Responsive image

Artikel IV

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel IV

    1
  • Voor de toepassing van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt een fonds voor gemene rekening of een daarmee qua rechtsvorm vergelijkbaar naar het recht van een andere staat opgericht of aangegaan lichaam dat als gevolg van deze wet met ingang van 1 januari 2025 niet langer onderworpen is aan de vennootschapsbelasting op grond van de artikelen 2 of 3 van die wet, geacht op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan 1 januari 2025 al zijn vermogensbestanddelen tegen de waarde in het economische verkeer te hebben overgedragen aan de natuurlijk personen of lichamen die participeren in dat fonds voor gemene rekening naar rato van ieders gerechtigdheid en wordt dat fonds voor gemene rekening geacht te zijn opgehouden in Nederland belastbare winst te genieten.
    2
  • Voor de toepassing van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt een deelgerechtigde die participeert in een fonds voor gemene rekening als bedoeld in het eerste lid geacht op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan 1 januari 2025 zijn bewijs van deelgerechtigdheid in en schuldvordering op het fonds voor gemene rekening te hebben vervreemd tegen de waarde in het economische verkeer.
    3
  • Voor de toepassing van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt een belastingplichtige die resultaat uit een werkzaamheid in de zin van artikel 3.92 van die wet geniet vanwege het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een fonds voor gemene rekening als bedoeld in het eerste lid, geacht op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan 1 januari 2025 de tot die werkzaamheid behorende vermogensbestanddelen te hebben vervreemd tegen de waarde in het economische verkeer en wordt die belastingplichtige geacht te zijn opgehouden in Nederland belastbaar resultaat uit die werkzaamheid te genieten, tenzij de tot die werkzaamheid behorende vermogensbestanddelen op 1 januari 2025 door die belastingplichtige nog steeds worden aangewend ten behoeve van een werkzaamheid als bedoeld in artikel 3.92 van die wet. De vervreemding, bedoeld in de eerste zin, wordt niet aangemerkt als een vervreemding als bedoeld in artikel 25, veertiende lid, onderdeel a, van de Invorderingswet 1990.
    4
  • Indien een schuldvordering als bedoeld in het tweede lid kwalificeert als een schuldvordering als bedoeld in artikel 17a, onderdeel c, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en die schuldvordering is afgewaardeerd ten laste van de belastbare winst uit een Nederlandse onderneming van een lichaam dat participeert in het fonds voor gemene rekening, wordt voor de toepassing van het tweede lid ter zake van die schuldvordering tot de winst van dat lichaam gerekend een bedrag gelijk aan die afwaardering voor zover met betrekking tot die schuldvordering niet reeds eerder in verband met die afwaardering een bedrag tot de winst van dat lichaam is gerekend.
    5
  • Een fonds voor gemene rekening als bedoeld in het eerste lid dat op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan 1 januari 2025 is aangemerkt als beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt geacht op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan 1 januari 2025 te hebben voldaan aan de uitdelingsverplichting, bedoeld in artikel 28, tweede lid, onderdeel b, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, met betrekking tot het laatste boekjaar of de laatste boekjaren dat is, onderscheidenlijk die zijn, aangevangen voor 1 januari 2025 en ter zake waarvan de achtmaandentermijn, bedoeld in artikel 28, tweede lid, onderdeel b, van die wet, eindigt op of na 1 januari 2025.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.