Responsive image

Artikel II

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel II

    1
  • Van overdrachtsbelasting is vrijgesteld de verkrijging van economische eigendom als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer ingeval deze uiterlijk op 31 december 2024 wordt verkregen:
    • a.van een rechtspersoon die op het onmiddellijk aan die verkrijging voorafgaande tijdstip kwalificeert als beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 maar die op dat tijdstip niet als zodanig had gekwalificeerd indien op dat tijdstip genoemd artikel 28 zoals dat luidt na de inwerkingtreding van artikel I reeds was toegepast; en
    • b.in de vorm van een deelgerechtigdheid in een lichaam dat voor Nederlandse fiscale doeleinden transparant is en waarin de rechtspersoon die economische eigendom heeft ingebracht, zulks onder de voorwaarde dat de verkrijger na de verkrijging in gelijke mate gerechtigd is tot het vermogen van dat fiscaal transparante lichaam als hij was door middel van aandelen in de beleggingsinstelling, op het onmiddellijk aan die verkrijging voorafgaande tijdstip.
    2
  • Onder een lichaam dat voor Nederlandse fiscale doeleinden transparant is, wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan: een lichaam dat niet kwalificeert als een lichaam in de zin van de artikelen 2 of 3 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 zoals die luiden met ingang van 1 januari 2025.
    4
  • Indien een verkrijging van aandelen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer in de rechtspersoon, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, na toepassing van de vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, binnen een tijdsverloop van twee jaren wordt gevolgd door een verkrijging van rechten van deelneming door dezelfde verkrijger, al dan niet tezamen met een of meer personen of lichamen als bedoeld in artikel 2, vierde lid, onderdelen a of b, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, in het fiscaal transparante lichaam, bedoeld in het eerste lid, worden deze verkrijgingen beschouwd als te hebben plaatsgehad ingevolge dezelfde of een samenhangende overeenkomst voor de toepassing van artikel 4, derde lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer.
    5
  • Voor de toepassing van termijnen die van toepassing zijn op grond van het gestelde krachtens artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer treedt de verkrijger, onderscheidenlijk het fiscaal transparante lichaam, bedoeld in het eerste lid, in de plaats van de vervreemder, onderscheidenlijk de beleggingsinstelling.
    7
  • Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorwaarden worden gesteld voor de toepassing van dit artikel.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.