- 1
- Het referentie-inkomensijkpunt bedraagt:
-
- a. voor een eenpersoonshuishouden: € 30.550;
- b. voor een meerpersoonshuishouden: € 39.700;
- c. voor een eenpersoonsouderenhuishouden: € 30.575;
- d. voor een meerpersoonsouderenhuishouden: € 39.875.
- 2
- Voor de toepassing van het derde lid en van artikel 19, tweede lid, worden de bedragen, genoemd in het eerste lid, onderdelen c en d, vermeerderd met € 665 onderscheidenlijk € 1 462.
- 3
- Bij het referentie-inkomensijkpunt behoort een normhuur van € 460,74.
- 4
- De normhuur, bedoeld in het tweede lid, wordt verlaagd met:
-
- a.€ 1,82 als sprake is van een eenpersoonshuishouden;
- b.€ 2,27 als sprake is van een eenpersoonsouderenhuishouden;
- c.€ 3,63 als sprake is van een meerpersoonshuishouden en
- d.€ 4,54 als sprake is van een meerpersoonsouderenhuishouden.
- 5
- De in het eerste en tweede lid genoemde bedragen worden met ingang van 1 januari van elk jaar gewijzigd overeenkomstig artikel 27.