Een vordering van de Sociale verzekeringsbank als bedoeld in de artikelen 53 en 55a is bevoorrecht en volgt onmiddellijk na de vorderingen, bedoeld in artikel 288 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 55b
Een vordering van de Sociale verzekeringsbank als bedoeld in de artikelen 53 en 55a is bevoorrecht en volgt onmiddellijk na de vorderingen, bedoeld in artikel 288 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.