Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de koppeling van de leeftijd waarop op grond van de Algemene Ouderdomswet recht op ouderdomspensioen ontstaat en de pensioenrichtleeftijd, bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964, aan de stijging van de levensverwachting te veranderen teneinde de leeftijd waarop op grond van de Algemene Ouderdomswet recht op ouderdomspensioen ontstaat en de pensioenrichtleeftijd jaarlijks minder te doen laten stijgen;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: