Voor de toepassing van deze paragraaf en de daarop gebaseerde bepalingen wordt verstaan onder:
- a.niet in de Unie gevestigde ondernemer: een ondernemer die de zetel van zijn bedrijfsuitoefening niet op het grondgebied van de Unie heeft gevestigd noch daar over een vaste inrichting beschikt;
- b.lidstaat van identificatie: de lidstaat waar de niet in de Unie gevestigde ondernemer verkiest opgave te doen van het begin van zijn activiteit als ondernemer op het grondgebied van de Unie overeenkomstig deze paragraaf;
- c.lidstaat van verbruik: de lidstaat waar de dienst overeenkomstig hoofdstuk II, afdeling 1b, wordt geacht te zijn verricht;
- d.niet-Unieregeling: de bijzondere regeling, bedoeld in deze paragraaf.