In de aangifte ter verkrijging van teruggaaf op grond van artikel 24, eerste lid, van de wet worden per partij uit de Unie uitgevoerde of in een onder de regeling douane-entrepot geplaatste goederen vermeld:
- a.het bedrag van de gevraagde teruggaaf;
- b.de soort en de hoeveelheid van de uit de Unie uitgevoerde of onder de regeling douane-entrepot geplaatste goederen;
- c.een omschrijving van het bewijs, bedoeld in artikel 20 onderdeel b of c, waarmee het verband tussen dat bewijs en de goederen kan worden vastgesteld;
- d.een omschrijving van de bescheiden waarmee kan worden aangetoond hoeveel belasting voor de goederen is betaald.