Een informatieplichtige als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel a, die kennis heeft van, dan wel de beschikking heeft over naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de eigenaren, bezitters, beperkt of persoonlijk gerechtigden van een onroerende zaak, dan wel van woon- en bedrijfsruimten, is gehouden desgevraagd aan de in artikel 231, tweede lid, onderdelen b of c, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar:
- a.deze gegevens en inlichtingen te verstrekken, of
- b.de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan - zulks ter keuze van de in artikel 231, tweede lid, onderdelen b of c, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar - voor raadpleging beschikbaar te stellen.