In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.wet: de Wet op de kansspelen;
- b.kansspelautomaat: een kansspelautomaat als bedoeld in artikel 30, onder c, van de wet;
- c.spelersplaats: een eenheid van een kansspelautomaat waaraan één speler kan plaatsnemen en aan het spel kan deelnemen;
- d.speelcasino: een speelcasino als bedoeld in artikel 27g, tweede lid, van de wet;
- e.speeltafel: een tafel bestemd om spelers in staat te stellen om aan een gemeenschappelijk beoefend kansspel in een speelcasino deel te nemen;
- f.spelersterminal: een toestel bestemd om aan één of meer speeltafels gekoppeld te worden en waaraan één speler kan plaatsnemen om aan het spel aan die speeltafel of speeltafels deel te nemen;
- g.casino-automaat: een kansspelautomaat bestemd voor opstelling in een speelcasino’s, als bedoeld in paragraaf 4.2 van het Speelautomatenbesluit 2000;
- h.halautomaat: een kansspelautomaat bestemd voor opstelling in een speelautomatenhal als bedoeld in paragraaf 4.4 van het Speelautomatenbesluit 2000;
- i.horeca-automaat: een kansspelautomaat niet bestemd voor opstelling in een speelautomatenhal of een speelcasino als bedoeld in paragraaf 4.3 van het Speelautomatenbesluit 2000.