Het tijdstip waarop de belasting, bedoeld in artikel 6 van de wet, in het kalenderjaar is verschuldigd, is:
- a.de laatste dag van de kalendermaand waarin de prijs ter beschikking is gesteld, indien:
- 1°.de inhoudingsplichtige meerdere keren per kwartaal binnenlandse kansspelen organiseert waarop artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de wet van toepassing is; en
- b.de laatste dag van het kalenderkwartaal waarin de prijs ter beschikking is gesteld, indien:
- 1°.de afgedragen belasting, bedoeld in artikel 6 van de wet, in de aan het kalenderjaar voorafgaande twee kalenderjaren per kwartaal gemiddeld niet meer heeft bedragen dan € 15.000; en
- 2°.aan de inhoudingsplichtige in de aan het kalenderjaar voorafgaande twee kalenderjaren niet meer dan twee naheffingaanslagen zijn opgelegd ter zake van de belasting, bedoeld in artikel 6 van de wet.