Responsive image

Artikel 11 Opzegging

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 11 Opzegging

    1
  • De ontvanger is bevoegd een g-rekeningovereenkomst eenzijdig en zonder rechterlijke tussenkomst op te zeggen indien:
    • a.de rekeninghouder geen of op onjuiste wijze gebruik maakt van de g-rekening;
    • b.de rekeninghouder niet of niet meer de hoedanigheid blijkt te bezitten van ondernemer, uitlener of doorlener als bedoeld in artikel 2, eerste lid;
    • c.het samenwerkingsverband, bedoeld in artikel 2, tweede lid, is beëindigd;
    • d.met de rekeninghouder meer dan één g-rekening is gesloten en de rekeninghouder niet aannemelijk maakt dat het aanhouden van meer dan één g-rekening voor zijn bedrijfsvoering noodzakelijk is;
    • e.de rekeninghouder in staat van faillissement is verklaard;
    • f.aan de rekeninghouder surséance van betaling is verleend;
    • g.ten aanzien van de rekeninghouder de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is.
    2
  • De rekeninghouder en de betrokken bank zijn, onverminderd het bepaalde in het vierde lid, bevoegd de g-rekeningovereenkomst eenzijdig, zonder rechterlijke tussenkomst en zonder opgaaf van reden op te zeggen.
    3
  • De opzegging geschiedt schriftelijk. Zij wordt niet eerder van kracht dan nadat zij aan de overige partijen bij de g-rekeningovereenkomst is bekendgemaakt. De opzegging wordt voorts niet van kracht zolang en voorzover die opzegging een belemmering zou vormen voor de toepassing van het vierde lid.
    4
  • Na opzegging van de g-rekeningovereenkomst blijft die overeenkomst niettemin van toepassing op het saldo van de g-rekening ten tijde van de opzegging, alsmede op hetgeen nadien op die rekening wordt gestort, een en ander voorzover daardoor geen strijdigheid ontstaat met de gevolgen die rechtens zijn verbonden aan het in staat van faillissement verklaren van de rekeninghouder, van het aan hem verlenen van surséance van betaling of van het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.
    5
  • Een betaling die wordt verricht op een rekening die oorspronkelijk is geopend ingevolge een g-rekeningovereenkomst doch met betrekking waartoe een opzegging van die overeenkomst van kracht is geworden, wordt voor de toepassing van de artikelen 34, derde lid, of 35, vijfde lid, van de Invorderingswet niet aangemerkt als betaling die in mindering wordt gebracht op het bedrag aan loonbelasting of omzetbelasting, waarvoor aansprakelijkheid is ontstaan, tenzij die betaling deel is gaan uitmaken van het saldo op die rekening of het gedeelte van dat saldo op die rekening waarop ondanks die opzegging ingevolge het vierde lid het in artikel 1, onderdeel k, bedoelde pandrecht is komen te rusten.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.