- 1
- Indien het krachtens artikel 25, vijfde of achtste lid, van de wet verleende uitstel wordt beëindigd, wordt invorderingsrente berekend met ingang van de dag waarop zes weken zijn verstreken na de eerste dag van het jaar volgend op het jaar waarin zich de handeling of gebeurtenis voordoet op grond waarvan het uitstel wordt beëindigd.
- 2
- Indien het krachtens artikel 25, negende, elfde, zeventiende tot en met negentiende of eenentwintigste lid, van de wet verleende uitstel wordt beëindigd, wordt invorderingsrente berekend met ingang van de dag volgende op de dag waarop zich de omstandigheid voordoet op grond waarvan het uitstel wordt beëindigd.