Op 18 maart 2010 heeft het Hof van Justitie EU (HvJ EU) arrest gewezen in de zaak Gielen (C-440/08). In deze zaak lag de vraag voor of voor de berekening van het urencriterium in verband met een verzoek tot toepassing van de zelfstandigenaftrek de uren meetellen die door een buitenlandse belastingplichtige ondernemer worden besteed aan zijn buiten Nederland gevestigde onderneming. In zijn arrest geeft het HvJ EU aan dat voor de berekening van het urencriterium ook de in het buitenland bestede uren moeten meetellen. Bovendien overweegt het HvJ EU in zijn arrest dat het verschil in behandeling niet weggenomen kan worden door de wettelijke mogelijkheid (artikel 2.5 Wet IB 2001) om te kiezen voor de behandeling als binnenlandse belastingplichtige.
In dit besluit wordt uitvoering gegeven aan het door het HvJ EU gewezen arrest in de zaak Gielen en aangegeven hoe de Belastingdienst de ondernemersaftrek (§ 3.2.4 van de Wet IB 2001) moet berekenen voor een buitenlandse belastingplichtige. Verder wordt kort ingegaan op de gevolgen van dit arrest voor de berekening van de oudedagsreserve (§ 3.2.3 van de Wet IB 2001).