Responsive image

Artikel 14 Verplichting niet uitkeren dividenden en bonussen

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 14 Verplichting niet uitkeren dividenden en bonussen

    1
  • De werkgever of rechtspersoon keert voor de derde tranche over 2020 en voor de vierde en vijfde tranche over 2021 geen dividenden uit aan aandeelhouders of bonussen aan de Raad van Bestuur, bestuur en directie van het concern en de rechtspersoon of vennootschap, waaronder mede begrepen winstdelingen, en koopt geen eigen aandelen in. Met dividend worden andere winstuitkeringen aan derden gelijkgesteld.
    2
  • Het eerste lid is niet van toepassing, indien het totale voorschot per tranche dat is verstrekt aan die natuurlijke persoon, rechtspersoon of groep als bedoeld in artikel 5, zevende lid, minder is dan € 125.000. In afwijking van de vorige zin is het eerste lid wel van toepassing, indien de totale subsidie per tranche voor die natuurlijke persoon, rechtspersoon of groep als bedoeld in artikel 5, zevende lid, wordt vastgesteld op een bedrag van € 125.000 of meer.
    3
  • Indien artikel 6 wordt toegepast, keert de werkgever of rechtspersoon, de groep, en de moedermaatschappij, bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voor de derde tranche over 2020 en voor de vierde en vijfde tranche over 2021 geen dividenden uit aan aandeelhouders of bonussen aan de Raad van Bestuur, bestuur en directie van het concern en de rechtspersoon of vennootschap waarop artikel 6 wordt toegepast, waaronder mede begrepen winstdelingen, en kopen de rechtspersonen binnen de groep geen eigen aandelen in. Met dividend worden andere winstuitkeringen aan derden gelijkgesteld.
    4
  • Indien de werkgever, rechtspersoon, natuurlijke persoon of groep verplicht is op grond van een vaststellingsverklaring met de Belastingdienst of een wettelijke plicht om dividend uit te keren dan blijft dit toegestaan voor het gedeelte waarover de plicht, bedoeld in het eerste en derde lid, geldt.
    6
  • Indien de werkgever of rechtspersoon een boekjaar heeft aangewezen dat niet op een kalenderjaar is gebaseerd, dan geldt de verplichting in het eerste lid voor het boekjaar of de boekjaren waarin de tranche valt waarover subsidie is verleend. De vorige zin is van overeenkomstige toepassing op het derde lid, met dien verstande dat dit geldt voor de groep of moedermaatschappij, bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.