- 1
- Een ontvanger van:
-
- a.een ten behoeve van 2019 verleende subsidie, als bedoeld in artikel 1.5, onderdeel b, van de Kaderregeling, of
- b.een subsidie als bedoeld in artikel 1.5, onderdeel b, van de Kaderregeling, waarbij de periode waarvoor subsidie wordt verleend eindigt in het eerste of tweede kwartaal van 2020, die € 125.000 of meer bedraagt, hoeft bij het afleggen van verantwoording het assurancerapport niet vergezeld te doen gaan van een rapport van feitelijke bevindingen omtrent de naleving van de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger.
- 2
- Een ontvanger van:
-
- a.een ten behoeve van 2019 verleende instellingssubsidie als bedoeld in artikel 1.5, onderdeel d, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, of
- b.een projectsubsidie als bedoeld in artikel 1.5, onderdeel d, van de Kaderregeling, waarbij de projectperiode in het vierde kwartaal van 2019 eindigde, of
- c.een projectsubsidie als bedoeld in artikel 1.5, onderdeel d, van de Kaderregeling, waarbij de projectperiode in het eerste of tweede kwartaal van 2020 eindigt, hoeft bij het afleggen van rekening en verantwoording het financieel verslag niet vergezeld te doen gaan van een rapport van feitelijke bevindingen omtrent de naleving van de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger.