- 1
- Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Sociale verzekeringsbank stellen bij de uitoefening van hun taak de identiteit van de belanghebbende vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht, voorzover dit noodzakelijk is voor de uitoefening van die taak.
- 2
- Een ieder verstrekt op verzoek onverwijld aan de in het eerste lid genoemde rechtspersonen inzage in een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, voorzover dit redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van wettelijke taken door de betrokken rechtspersoon.
- 3
- De werkgever treft in zijn bedrijf zodanige maatregelen dat de daar werkzame personen gedurende de arbeidstijd aan de verplichting bedoeld in het tweede lid kunnen voldoen.