Een indirecte afnemer wordt vermoed het bewijs van doorberekening te hebben geleverd indien hij aantoont dat:
- a.de inbreukpleger een inbreuk op het mededingingsrecht heeft gepleegd,
- b.de inbreuk heeft geleid tot meerkosten voor de directe afnemer van de inbreukpleger, en
- c.de indirecte afnemer de goederen of diensten heeft verworven die het voorwerp waren van de inbreuk, of goederen of diensten waarin deze zijn verwerkt of die daarvan zijn afgeleid.