- 1
- Als tijdstip waarop de samenstelling en de omvang van het te verrekenen vermogen worden bepaald, geldt:
-
- a.in geval van het eindigen van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap door overlijden: het tijdstip van overlijden;
- b.in geval van beëindiging van het huwelijk door echtscheiding: het tijdstip van indiening van het verzoek tot echtscheiding;
- c.in geval van scheiding van tafel en bed: het tijdstip van indiening van het verzoek tot scheiding van tafel en bed;
- d.in geval van opheffing van de wederzijdse verplichting tot verrekening als bedoeld in artikel 139: het tijdstip van indiening van het verzoek tot opheffing van die verplichting;
- e.in geval van beëindiging van het geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden: het tijdstip waarop de overeenkomst tot beëindiging wordt gesloten;
- f.in geval van ontbinding van het geregistreerd partnerschap op verzoek: het tijdstip van indiening van het verzoek;
- g.in geval van vermissing en een daarop gevolgd huwelijk of geregistreerd partnerschap: het tijdstip waarop de beschikking, bedoeld in artikel 417, eerste lid, in kracht van gewijsde is gegaan;
- h.in geval van opheffing van de wederzijdse verplichting tot verrekening bij huwelijkse voorwaarden: het tijdstip, bedoeld in artikel 120, eerste lid.
- 2
- Van het eerste lid, aanhef en onder b tot en met f, kan bij op schrift gestelde overeenkomst worden afgeweken.