- 1
- Niettegenstaande de artikelen 2.2 en 2.6 mogen voordelen of inkomsten die een inwoner van een van de heffingsgebieden verkrijgt uit zijn persoonlijke werkzaamheden die hij in het andere heffingsgebied verricht in de hoedanigheid van artiest, zoals toneelspeler, film-, radio- of televisieartiest, of musicus, of in de hoedanigheid van sportbeoefenaar, volgens de toepasselijke belastingwetgeving in dat andere heffingsgebied worden belast.
- 2
- Indien voordelen of inkomsten uit werkzaamheden die een artiest of een sportbeoefenaar persoonlijk en als zodanig verricht niet worden toegekend aan de artiest of aan de sportbeoefenaar zelf maar aan een andere persoon, mogen die inkomsten, niettegenstaande de artikelen 2.2 en 2.6, worden belast volgens de toepasselijke belastingwetgeving in het heffingsgebied waarin de werkzaamheden van de artiest of de sportbeoefenaar worden verricht.