De Algemene Kinderbijslagwet wordt als volgt gewijzigd:
- A
- In artikel 41b wordt, onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
- 3.
- Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, met dien verstande dat voor «op grond van een verdrag, de voorlopige toepassing van een verdrag dan wel een daarmee gelijk te stellen situatie in afwijking van artikel 7b» wordt gelezen «op grond van artikel 7b, tweede lid,», voor «de opzegging of wijziging van dat verdrag, de beëindiging van de voorlopige toepassing van dat verdrag dan wel de beëindiging van een daarmee gelijk te stellen situatie» wordt gelezen «de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie», voor «artikel 7b» wordt gelezen «artikel 7b, eerste lid,» en wordt voor «vanaf de buitenwerkingtreding van het verdrag, de inwerkingtreding van de desbetreffende wijziging respectievelijk de beëindiging van de voorlopige toepassing of de beëindiging van de daarmee gelijk te stellen situatie» gelezen «vanaf de datum van terugtrekking».
- B
- Na artikel 41b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
-
Artikel 41c
- 1.
- Artikel 7b, eerste lid, is na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie gedurende twee kalenderkwartalen na die terugtrekking niet van toepassing op de verzekerde ten behoeve van een kind dat in de periode van zes maanden na de datum van terugtrekking in het Verenigd Koninkrijk wordt geboren of komt te wonen, zolang het kind in het Verenigd Koninkrijk woont en de verzekerde blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op kinderbijslag.
- 2.
- Het eerste lid is mede van toepassing op de persoon die niet in Nederland verzekerd is maar recht zou hebben gehad indien Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEU 2004, L 166) van toepassing zou zijn.
- Artikel 7b, eerste lid, is na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie gedurende twee kalenderkwartalen na die terugtrekking niet van toepassing op de verzekerde ten behoeve van een kind dat in de periode van zes maanden na de datum van terugtrekking in het Verenigd Koninkrijk wordt geboren of komt te wonen, zolang het kind in het Verenigd Koninkrijk woont en de verzekerde blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op kinderbijslag. 2.
- Het eerste lid is mede van toepassing op de persoon die niet in Nederland verzekerd is maar recht zou hebben gehad indien Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEU 2004, L 166) van toepassing zou zijn.