- 1
- Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2021, met dien verstande dat:
-
- a.artikel I, onderdelen B tot en met E, en artikel III eerst toepassing vinden nadat artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2021 is toegepast;
- b.artikel I, onderdelen D en E, voor het eerst toepassing vindt op aanslagen over het belastingjaar 2021;
- c.artikel VIII, onderdeel A, voor zover dit van toepassing is op de artikelen 25 en 34 van de Wet op de rechtsbijstand, voor het eerst toepassing vindt met ingang van 1 januari 2023;
- d.artikel 7 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, artikel 2a van de Wet op de zorgtoeslag, artikel 1, vierde lid, van de Wet op het kindgebonden budget en de artikelen 4 en 9 van de Wet bevordering eigenwoningbezit zoals deze artikelen luidden op 1 januari van een berekeningsjaar of peiljaar dat is aangevangen vóór 1 januari 2021, van toepassing blijven op dat berekeningsjaar of peiljaar.
- 2
- In afwijking van het eerste lid treedt artikel VIII, onderdelen B en C, in werking met ingang van 1 januari 2023.