Elk van beide Verdragsluitende Partijen mag wetten en voorschriften handhaven:
- a.die meldingen van overmakingen van deviezen vereisen, en,
- b.die inkomstenbelastingen opleggen.
Bovendien kan elk van beide Partijen de rechten van schuldeisers beschermen of zorgdragen voor de naleving van uitspraken in scheidsrechterlijke procedures, door middel van de billijke en niet-discriminerende toepassing van haar recht.
Deze wetten en voorschriften mogen wat de eisen of de toepassing daarvan betreft, geen inbreuk maken op of afbreuk doen aan de in dit Verdrag gegarandeerde vrije overmaking zonder beperking of vertraging.