Responsive image

Artikel 3

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 3

    1)
  • Iedere Overeenkomstsluitende Partij heeft het recht aan de andere Overeenkomstsluitende Partij schriftelijk een of meer luchtvaartmaatschappijen aan te wijzen voor het, krachtens deze Overeenkomst, onderhouden van luchtdiensten op de in de desbetreffende afdeling van de Bijlage bij deze Overeenkomst omschreven routes (hierna onderscheidenlijk te noemen „de overeengekomen diensten” en „de overeengekomen routes”). Na ontvangst van de mededeling van aanwijzing van een luchtvaartmaatschappij, verleent de andere Overeenkomstsluitende Partij, met inachtneming van de bepalingen van lid 2) van dit artikel en artikel 4 van deze Overeenkomst, onverwijld aan die luchtvaartmaatschappij de passende exploitatievergunning.
    2)
  • Alvorens de in lid 1) van dit artikel bedoelde vergunning te verlenen, kunnen de luchtvaartautoriteiten van de ene Overeenkomstsluitende Partij van een door de andere Overeenkomstsluitende Partij aan te wijzen luchtvaartmaatschappij eisen, dat zij ten genoegen van die luchtvaartautoriteiten aantoont, dat zij in staat is de voorwaarden na te komen welke worden gesteld krachtens de wetten en voorschriften welke gewoonlijk door die autoriteiten met betrekking tot de exploitatie van commerciële luchtdiensten worden toegepast.
    3)
  • Nadat aan de bepalingen van lid 1) van dit artikel is voldaan, kan een aldus aangewezen luchtvaartmaatschappij aan welke aldus een vergunning is verleend, te allen tijde beginnen met de exploitatie van de overeengekomen diensten.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.