Indien een van beide Overeenkomstsluitende Partijen met de andere Overeenkomstsluitende Partij aangelegenheden wenst te bespreken welke betrekking hebben op deze Overeenkomst en/of de daarbij behorende Bijlage, kan zij verzoeken dat overleg zal worden gepleegd tussen de luchtvaartautoriteiten van beide Overeenkomstsluitende Partijen als omschreven in artikel 1, onder a), van deze Overeenkomst; een dergelijk overleg vangt aan binnen zestig dagen na de datum waarop de andere Overeenkomstsluitende Partij het verzoek heeft ontvangen. Indien een dergelijk overleg tot gevolg heeft, dat bedoelde autoriteiten overeenstemming bereiken ten aanzien van enige wijziging van de bepalingen van deze Overeenkomst en/of de daarbij behorende Bijlage, wordt een dergelijke wijziging van kracht wanneer zij is bevestigd door middel van langs diplomatieke weg gewisselde nota's, waarin, in het geval van een wijziging van deze Overeenkomst, wordt vermeld dat aan de krachtens de nationale wetgeving van elk der Overeenkomstsluitende Partijen vereiste formaliteiten is voldaan.