Indien:
- a.de plaats van de werkelijke leiding van een persoon gelegen is in een Verdragsluitende Staat en te eniger tijd in de voorgaande drie jaar gelegen was in de andere Staat; en
- b.op enig moment gedurende een tijdvak van twaalf maanden voordat de plaats van de werkelijke leiding gelegen was in de eerstbedoelde Staat, de vermogensbestanddelen van deze persoon hoofdzakelijk bestonden uit liquide middelen,
is het vierde lid niet van toepassing, tenzij in onderlinge overeenstemming tussen de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten bepaald wordt dat het voornaamste doel of een van de voornaamste doelen van de overbrenging van de plaats van de werkelijke leiding werd ingegeven door zakelijke overwegingen te goeder trouw.