De in artikel 3 bedoelde technologische samenwerking kan worden verwezenlijkt, met inachtneming van de wetten en voorschriften van beide Overeenkomstsluitende Partijen, door middel van projecten en ondernemingen waarin hun onderscheiden onderdanen economische samenwerking aangaan of deze versterken. Zodanige samenwerking kan onder andere omvatten:
- (a)de vergemakkelijking van rechtstreekse contacten, de uitwisseling van informatie en de opstelling van programma's;
- (b)de gezamenlijke uitvoering van onderzoeksprojecten;
- (c)de uitwisseling van bezoeken en studiereizen van gespecialiseerde afvaardigingen, onderzoekers en deskundigen;
- (d)de ontwikkeling van opleidingstechnieken en -stelsels en de opleiding van technisch personeel;
- (e)de verschaffing van deskundigheid op bedrijfskundig of technisch gebied;
- (f)de belegging van symposia en bijeenkomsten over onderwerpen van wederzijds belang.