Responsive image

Artikel 15 Veiligheid van de luchtvaart

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 15 Veiligheid van de luchtvaart

    1
  • De Verdragsluitende Partijen komen overeen elkaar de bijstand te verlenen die nodig is ter voorkoming van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen en andere wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van luchtvaartuigen, luchthavens en luchtvaartvoorzieningen, en elke andere bedreiging voor de veiligheid van de luchtvaart.
    2
  • Elke Verdragsluitende Partij stemt ermee in de niet-discriminatoire en algemeen toepasselijke veiligheidsbepalingen na te leven die de andere Verdragsluitende Partij voorschrijft voor de binnenkomst op het grondgebied van die andere Verdragsluitende Partij en toereikende maatregelen te treffen om passagiers en hun handbagage aan controle te onderwerpen. Elke Verdragsluitende Partij neemt ook elk verzoek van de andere Verdragsluitende Partij om bijzondere veiligheidsmaatregelen voor haar luchtvaartuigen of passagiers om het hoofd te bieden aan een specifieke bedreiging welwillend in overweging.
    3
  • De Verdragsluitende Partijen handelen overeenkomstig de toepasselijke veiligheidsbepalingen voor de luchtvaart die zijn vastgesteld door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie. Indien een Verdragsluitende Partij van deze bepalingen afwijkt, kan de andere Verdragsluitende Partij verzoeken om overleg met die Verdragsluitende Partij. Tenzij anders door de Verdragsluitende Partijen is overeengekomen, begint zodanig overleg binnen een termijn van zestig (60) dagen na de datum van ontvangst van het verzoek ter zake. Het uitblijven van een bevredigend akkoord kan een grond vormen voor toepassing van artikel 18 van dit Verdrag.
    4
  • De Verdragsluitende Partijen handelen in overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen, begaan aan boord van luchtvaartuigen, ondertekend te Tokio op 14 september 1963, het Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen, ondertekend te 's-Gravenhage op 16 december 1970, en het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart, ondertekend te Montréal op 23 september 1971, voor zover de Verdragsluitende Partijen beide partij zijn bij deze Verdragen.
    5
  • Wanneer zich een voorval voordoet van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van een luchtvaartuig of van andere wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van luchtvaartuigen, luchthavens en luchtvaartvoorzieningen, of dreigt zich voor te doen, verlenen de Verdragsluitende Partijen elkaar bijstand door de verbindingen die bedoeld zijn om op snelle en veilige wijze aan zulk een voorval of de dreiging daarvan een einde te maken, te vergemakkelijken.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.