- 1
- Elk der Overeenkomstsluitende Partijen verleent de andere Overeenkomstsluitende Partij de in deze Overeenkomst omschreven rechten met het doel geregelde internationale luchtdiensten in te stellen op de routes omschreven in de desbetreffende afdeling van de Bijlage bij deze Overeenkomst. Zodanige diensten en routes worden hierna onderscheidenlijk „de overeengekomen diensten” en „de omschreven routes” genoemd. De door elk der Overeenkomstsluitende Partijen aangewezen luchtvaartmaatschappij heeft, bij de exploitatie van een overeengekomen dienst op een omschreven route, de volgende rechten:
-
- a.over het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij te vliegen zonder daar te landen;
- b.op genoemd grondgebied te landen anders dan voor verkeersdoeleinden; en
- c.op het bedoelde grondgebied te landen op voor die route in de Bijlage bij deze Overeenkomst omschreven punten voor het afzetten en opnemen van passagiers, vracht en post in internationaal verkeer.
- 2
- Geen van de bepalingen in het eerste lid van dit artikel wordt geacht de luchtvaartmaatschappij van een van beide Overeenkomstsluitende Partijen het recht te geven tot het opnemen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij van passagiers, vracht en post, vervoerd tegen vergoeding of beloning en bestemd voor een ander punt op het grondgebied van die andere Overeenkomstsluitende Partij.