- 1
- Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 20, tweede lid, zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen die worden betaald aan een inwoner van een van de Staten ter zake van een vroegere dienstbetrekking, alsook lijfrenten, slechts in die Staat belastbaar.
- 2
- Indien deze beloningen echter geen periodiek karakter dragen en worden betaald ter zake van een in de andere Staat uitgeoefende vroegere dienstbetrekking, of indien in plaats van het recht op lijfrenten een afkoopsom wordt betaald, mogen deze beloningen of deze afkoopsom worden belast in de Staat waaruit zij afkomstig zijn.
- 3
- Pensioenen en andere betalingen krachtens de bepalingen van een stelsel voor sociale zekerheid van een van de Staten aan een inwoner van de andere Staat mogen in de eerstbedoelde Staat worden belast.
- 4
- De uitdrukking „lijfrente” betekent een vaste som, periodiek betaalbaar op vaste tijdstippen, hetzij gedurende het leven, hetzij gedurende een vastgesteld of voor vaststelling vatbaar tijdvak, ingevolge een verbintenis tot het doen van betalingen, welke tegenover een voldoende en volledige tegenprestatie in geld of geldswaarde staat.