Responsive image

Deel VIII BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Download de app voor meer functionaliteit.

Deel VIII BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

De volgende definities zijn van toepassing:

A. Rapporterende financiële instelling

1. Onder „rapporterende financiële instelling” wordt verstaan: elke financiële instelling van een lidstaat of Liechtensteinse financiële instelling, naargelang de context, die geen niet-rapporterende financiële instelling is.

2. Onder „financiële instelling in een deelnemend rechtsgebied” wordt verstaan: i) elke financiële instelling die een ingezetene is van een deelnemend rechtsgebied, maar uitgezonderd een filiaal van die financiële instelling dat zich buiten dat deelnemend rechtsgebied bevindt, en ii) elk filiaal van een financiële instelling die geen ingezetene is van een deelnemend rechtsgebied, indien dat filiaal zich in dat deelnemend rechtsgebied bevindt.

3. Onder „financiële instelling” wordt verstaan een bewaarinstelling, een instelling die deposito's neemt, een beleggingsentiteit of een omschreven verzekeringsmaatschappij.

4. Onder „bewaarinstelling” wordt verstaan een entiteit die voor rekening van derden financiële activa in bewaring houdt als een wezenlijk deel van haar bedrijfsactiviteiten. Een instelling houdt financiële activa voor rekening van derden als wezenlijk deel van haar bedrijfsactiviteiten, wanneer haar bruto-inkomsten die verband houden met het houden van financiële activa en het verlenen van de bijbehorende financiële diensten gelijk is aan of groter is dan 20 % van de bruto-inkomsten van de entiteit gedurende: i) de periode van drie jaar die eindigt op 31 december (of de laatste dag van het boekjaar indien dat niet gelijk loopt met het kalenderjaar) voorafgaand aan het jaar waarin de vaststelling geschiedt, of ii) de bestaansperiode van de entiteit, indien deze korter is.

5. Onder „instelling die deposito's neemt” wordt verstaan een entiteit die opvorderbare gelden verkrijgt in het kader van de normale uitoefening van het bankbedrijf of een daarmee vergelijkbaar bedrijf.

6. Onder „beleggingsentiteit” wordt verstaan een entiteit

a) met als voornaamste bedrijfsactiviteit het voor of namens een klant uitvoeren van een of meer van de volgende activiteiten of transacties:

i) handel in geldmarktinstrumenten (cheques, wissels, depositobewijzen, derivaten, etc.), vreemde valuta's, wisselkoersen, rentepercentage- en indexinstrumenten, overdraagbare effecten, of goederentermijnhandel;

ii) beheren van een individueel vermogen en collectief portefeuillebeheer, of

iii) andere vormen van het beleggen, administreren of beheren van financiële activa of geld ten behoeve van derden,

of

b) met een bruto-inkomen dat hoofdzakelijk is toe te rekenen aan beleggen, herbeleggen of handel in financiële activa, indien de entiteit wordt beheerd door een andere entiteit die een instelling is die deposito's neemt, een bewaarinstelling, een omschreven verzekeringsmaatschappij of een beleggingsentiteit omschreven in onderdeel A, punt 6, onder a).

Een entiteit wordt gezien als een entiteit met als bedrijfsactiviteit voornamelijk het uitvoeren van een of meer van de in onderdeel A, onder punt 6, onder a), omschreven activiteiten, of haar bruto-inkomen is hoofdzakelijk toe te rekenen aan beleggen, herbeleggen of handel in financiële activa voor de in onderdeel A, punt 6, onder b), bedoelde doelen, als de bruto-inkomsten van de entiteit die verband houden met deze activiteiten gelijk zijn aan of groter zijn dan 50 % van de bruto-inkomsten van de entiteit gedurende: i) de periode van drie jaar die eindigt op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de vaststelling geschiedt, of ii) de bestaansperiode van de entiteit, indien deze korter is. De term „beleggingsentiteit” heeft niet betrekking op een entiteit die een actieve NFE is omdat die entiteit voldoet aan een van de criteria vermeld in onderdeel D, punt 9, onder d) tot en met g).

Deze paragraaf wordt uitgelegd op een wijze die verenigbaar is met de gelijkwaardige bewoordingen vervat in de definitie van „financiële instelling” in de aanbevelingen van de Financial Action Task Force.

7. De term „financiële activa” omvat effecten (bijvoorbeeld een aandeel in een vennootschap; partnerschap of uiteindelijk belang in een breed opgezet of een beursgenoteerd samenwerkingsverband of een trust; waardepapier, obligatie, schuldbewijs of andere bewijzen van schuldenlast), partnerschapsbelang, commodity, swap (bijvoorbeeld renteswaps, valutaswaps, basisswaps, interest rate caps, interest rate floors, commodity swaps, equity swaps, equity index swaps en soortgelijke overeenkomsten), verzekeringsovereenkomst of lijfrenteverzekering of enig belang (inclusief een termijncontract of optie) in een zekerheid, partnerschapsbelang, commodity, swap, verzekeringsovereenkomst of lijfrenteverzekering. De term „financiële activa” omvat niet een direct belang, buiten de vreemd-vermogenssfeer, in een onroerend goed.

8. Onder „omschreven verzekeringsmaatschappij” wordt verstaan een entiteit die een verzekeringsmaatschappij is (of de houdstermaatschappij van een verzekeringsmaatschappij) die een kapitaalverzekering of lijfrenteverzekering aanbiedt of verplicht is tot het betalen van uitkeringen uit hoofde van een kapitaalverzekering of lijfrenteverzekering.

B. Niet-rapporterende financiële instelling

1. Onder „niet-rapporterende financiële instelling” wordt verstaan een financiële instelling die:

a) een overheidsinstantie is, een internationale organisatie of een centrale bank, anders dan met betrekking tot een betaling die is afgeleid van een verplichting in het kader van een commerciële financiële activiteit van een soort die wordt uitgeoefend door een omschreven verzekeringsmaatschappij, een bewaarinstelling of een instelling die deposito's neemt;

b) een pensioenfonds met brede deelname, een pensioenfonds met beperkte deelname, een pensioenfonds van een overheidsinstantie, een internationale organisatie of een centrale bank of een gekwalificeerde uitgever van een creditcard is;

c) een andere entiteit is met een laag risico om te worden gebruikt voor belastingontduiking, die in wezen gelijkaardige kenmerken heeft als een van de entiteiten omschreven in onderdeel B, punt 1, onder a) en b), en die in de nationale wetgeving is omschreven als een niet-rapporterende financiële instelling en, wat de lidstaten betreft, is opgenomen in de lijst zoals bedoeld in artikel 8, lid 7 bis, van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en aan Liechtenstein is gemeld, en, wat Liechtenstein betreft, aan de Europese Commissie is gemeld, op voorwaarde dat de status van deze entiteit als niet-rapporterende financiële instelling geen afbreuk doet aan het doel van deze overeenkomst;

d) een vrijgesteld collectief beleggingsvehikel, of

e) een trust voor zover de trustee van de trust een rapporterende financiële instelling is en alle informatie rapporteert overeenkomstig het vereiste in deel I met betrekking tot alle te rapporteren rekeningen van de trust.

2. Onder „overheidsinstantie” wordt verstaan de regering van een lidstaat, Liechtenstein of ander rechtsgebied, een staatkundig onderdeel van een lidstaat, Liechtenstein of ander rechtsgebied (voor alle duidelijkheid, met inbegrip van een staat, provincie, district of gemeente), of een agentschap of instantie van een lidstaat, Liechtenstein of een ander rechtsgebied of van een of meer van de voorgaande overheidsinstanties dat/die volledig daartoe behoort/behoren. Deze categorie bestaat uit de integrale delen, entiteiten waarover zeggenschap wordt uitgeoefend, en de staatkundige onderdelen van een lidstaat, Liechtenstein of een ander rechtsgebied.

a) Een „integraal deel” van een lidstaat, Liechtenstein of ander rechtsgebied is elke persoon, organisatie, agentschap, bureau, fonds, instantie of ander lichaam, ongeacht de benaming, die/dat een bestuursautoriteit van een lidstaat, Liechtenstein of ander rechtsgebied vormt. De netto-inkomsten van de bestuursautoriteit moeten worden gecrediteerd naar de eigen rekening of naar andere rekeningen van de lidstaat, Liechtenstein of het andere rechtsgebied, zonder dat er een deel ten goede komt van een particulier. Een integraal deel omvat niet een persoon die een staatshoofd, ambtenaar of bestuurder is handelend als privépersoon of op persoonlijke titel.

b) Een entiteit waarover zeggenschap wordt uitgeoefend is een entiteit die formeel apart staat van de lidstaat, Liechtenstein of het andere rechtsgebied, of die anderszins een afzonderlijke juridische entiteit vormt, op voorwaarde dat:

i) de entiteit volledig behoort tot en volledig onder de zeggenschap staat van een of meer overheidsinstanties, rechtstreeks of via één of meer entiteiten waarover zeggenschap wordt uitgeoefend;

ii) de netto-inkomsten van de entiteit worden gecrediteerd naar de eigen rekening of de rekeningen van een of meer overheidsinstanties, zonder dat een deel ervan ten goede komt aan een particulier; en

iii) de activa van de entiteit bij ontbinding toekomen aan een of meer overheidsinstanties.

c) Inkomsten komen niet ten goede van particulieren als deze personen de beoogde begunstigden zijn van een overheidsprogramma, en de programma-activiteiten voor het grote publiek worden uitgevoerd met betrekking tot het gemeenschappelijke welzijn of betrekking hebben op de administratie van een fase van de overheid. Niettegenstaande het voorgaande worden inkomsten evenwel geacht ten goede te komen van particulieren als de inkomsten voortkomen uit het gebruik van een overheidsinstantie voor het voeren van een commercieel bedrijf, zoals commerciële bankactiviteiten, dat financiële diensten verleent aan particulieren.

3. Onder „internationale organisatie” wordt verstaan iedere internationale organisatie of een agentschap of instantie daarvan dat/die daar volledig toe behoort. Tot deze categorie behoort iedere intergouvernementele organisatie (en ook een supranationale organisatie): i) die voornamelijk bestaat uit regeringen, ii) die daadwerkelijk een hoofdzetelovereenkomst of soortgelijke overeenkomst heeft met de lidstaat, Liechtenstein of het andere rechtsgebied, en iii) waarvan de inkomsten niet ten goede komen van particulieren.

4. Onder „centrale bank” wordt verstaan een instelling die bij wet of bij goedkeuring van de overheid de belangrijkste autoriteit is, naast de regering van de lidstaat, Liechtenstein of het andere rechtsgebied zelf, die middelen uitgeeft die bedoeld zijn om te circuleren als geld. Een dergelijke instelling kan ook een instantie omvatten die los staat van de regering van de lidstaat, Liechtenstein of het andere rechtsgebied, en al dan niet geheel of gedeeltelijk tot de lidstaat, Liechtenstein of het andere rechtsgebied behoort.

5. Onder „uittredingsfonds met brede deelname” wordt verstaan een fonds opgericht ten behoeve van pensioen-, invaliditeits- of overlijdensuitkeringen, of een combinatie daarvan, aan begunstigden die huidige of voormalige werknemers zijn (of personen die door de werknemers zijn aangewezen) van een of meer werkgevers, als tegenprestatie voor de geleverde diensten, op voorwaarde dat het fonds:

a) geen enkele begunstigde heeft met een recht van meer dan 5 % van de activa van het fonds;

b) onderworpen is aan overheidsregelgeving en informatie verstrekt aan de belastingautoriteiten; en

c) voldoet aan ten minste één van onderstaande eisen:

i) het fonds is algemeen vrijgesteld van belasting op inkomsten uit beleggingen, ofwel voor die inkomsten wordt uitstel van belastingheffing verleend of zij worden tegen een verlaagd tarief belast, vanwege de status die het fonds heeft als uittredings- of pensioenregeling;

ii) het fonds ontvangt ten minste 50 % van zijn totale bijdragen van de aangesloten werkgevers (met uitzondering van overdrachten van activa van andere regelingen omschreven in onderdeel B, onder punten 5 tot en met 7, of van uittredings- en pensioenrekeningen omschreven in onderdeel C, punt 17, onder a));

iii) uitkeringen of onttrekkingen van het fonds zijn uitsluitend toegestaan wanneer zich bepaalde gebeurtenissen voordoen die verband houden met pensioen, invaliditeit, of overlijden (met uitzondering van overgedragen uitkeringen aan andere uittredingsfondsen omschreven in onderdeel B, onder de punten 5 tot en met 7, of uittredings- en pensioenrekeningen vermeld in onderdeel C, punt 17, onder a), of er zijn sancties van toepassing op dergelijke uitkeringen of onttrekkingen voordat zich dergelijke gebeurtenissen voordoen; of

iv) bijdragen (met uitzondering van bepaalde toegestane aanvullende bijdragen) aan het fonds door werknemers worden beperkt op grond van de verworven inkomsten van de werknemer of mogen jaarlijks niet hoger zijn dan een in de nationale valuta van elke lidstaat of van Liechtenstein uitgedrukt bedrag dat overeenstemt met 50 000 USD, onder toepassing van de regels die zijn omschreven in onderdeel C van deel VII voor rekeningaggregatie en valutaomrekening.

6. Onder „pensioenfonds met beperkte deelname” wordt verstaan een fonds opgericht ten behoeve van pensioen-, invaliditeits- of overlijdensuitkeringen aan begunstigden die huidige of voormalige werknemers zijn (of personen die door de werknemers zijn aangewezen) van een of meer werkgevers, als tegenprestatie voor geleverde diensten, op voorwaarde dat:

a) het fonds minder dan 50 deelnemers heeft;

b) het fonds wordt gefinancierd door een of meer werkgevers die geen beleggingsentiteiten of passieve NFE's zijn;

c) de bijdragen van de werknemer respectievelijk de werkgever aan het fonds (anders dan overdrachten van activa van uittredings- en pensioenrekeningen omschreven in onderdeel C, punt 17, onder a)) beperkt zijn op grond van de verworven inkomsten respectievelijk de beloning van de werknemer;

d) de deelnemers die geen ingezetenen zijn van het rechtsgebied (een lidstaat of Liechtenstein) waar het fonds is gevestigd, geen recht hebben op meer dan 20 % van de activa van het fonds; en

e) het fonds onderworpen is aan overheidsreglementering en informatie verstrekt aan de belastingautoriteiten.

7. Onder „pensioenfonds van een overheidsinstantie, een internationale organisatie of een centrale bank” wordt verstaan een fonds dat is opgericht door een overheidsinstantie, een internationale organisatie of een centrale bank en pensioen-, invaliditeits- of overlijdensuitkeringen uitkeert aan begunstigden of deelnemers die huidige of voormalige werknemers zijn (of personen die door de werknemers zijn aangewezen), of die geen huidige of voormalige werknemers zijn, indien de uitkeringen aan die begunstigden of deelnemers gebaseerd zijn op persoonlijke diensten verricht ten behoeve van de overheidsinstantie, internationale organisatie of centrale bank.

8. Onder „gekwalificeerde uitgever van een creditcard” wordt verstaan een financiële instelling die voldoet aan de volgende eisen:

a) de financiële instelling is alleen een financiële instelling omdat zij uitgever is van creditcards die alleen deposito's aanvaardt wanneer een klant een betaling verricht hoger dan een verschuldigd bedrag ten opzichte van de kaart en het te veel betaalde bedrag niet onverwijld aan de klant wordt geretourneerd; en

b) met ingang van of nog vóór 1 januari 2016 voert de financiële instelling beleidsmaatregelen en procedures in om te voorkomen dat een klant meer betaalt dan een in de nationale valuta van elke lidstaat of van Liechtenstein uitgedrukt bedrag dat overeenstemt met 50 000 USD, of om ervoor te zorgen dat de klant dat te veel betaald bedrag binnen 60 dagen terugbetaald krijgt, en in elk van die gevallen worden de regels van onderdeel C van deel VII voor rekeningaggregatie en valutaomrekening toegepast. In dit verband heeft een door een klant te veel betaald bedrag geen betrekking op creditsaldi in verband met betwiste afboekingen van de rekening, maar wel op creditsaldi die ontstaan door teruggestorte goederen.

9. Onder „vrijgesteld collectief beleggingsvehikel” wordt verstaan een beleggingsentiteit die wordt gereguleerd als een vehikel voor collectieve beleggingen, op voorwaarde dat alle belangen in het collectief beleggingsvehikel worden gehouden door of via personen of entiteiten die geen te rapporteren personen zijn, behalve een passieve NFE met uiteindelijk belanghebbenden die te rapporteren personen zijn.

Een beleggingsentiteit die wordt gereguleerd als een vehikel voor collectieve beleggingen, schiet niet krachtens onderdeel B, punt 9, tekort als vrijgesteld collectief beleggingsvehikel alleen omdat het vehikel fysieke aandelen aan toonder heeft uitgegeven, op voorwaarde dat:

a) het collectieve beleggingsvehikel na 31 december 2015 geen fysieke aandelen aan toonder heeft uitgegeven of uitgeeft;

b) het collectieve beleggingsvehikel al deze aandelen intrekt bij afkoop;

c) het collectieve beleggingsvehikel de due diligence-procedures in de delen II tot en met VII uitvoert en alle informatie meldt die over dergelijke aandelen moet worden verstrekt wanneer ze worden aangeboden voor terugkoop of andere betaling; en

d) het collectieve beleggingsvehikel over beleid en procedures beschikt om te garanderen dat dergelijke aandelen zo spoedig mogelijk worden teruggekocht of ingetrokken, in elk geval vóór 1 januari 2018.

C. Financiële rekening

1. Onder „financiële rekening” wordt verstaan een rekening aangehouden door een financiële instelling; deze term omvat ook een depositorekening, een bewaarrekening, en:

a) in het geval van een beleggingsentiteit, alle aandelenbelangen of schuldvorderingen in de financiële instelling. Niettegenstaande het voorgaande, omvat de term „financiële rekening” geen aandelenbelangen of schuldvorderingen in een entiteit die een beleggingsentiteit is louter omdat zij: i) beleggingsadvies geeft aan, en handelt namens, of ii) portefeuilles beheert van, en optreedt namens, een klant met het oog op het beleggen in of beheren of administreren van financiële activa die op naam van de klant bij een andere financiële instelling dan een dergelijke entiteit zijn gedeponeerd;

b) in het geval van een financiële instelling die niet wordt omschreven in onderdeel C, punt 1, onder a), aandelenbelangen of schuldvorderingen in de financiële instelling, indien de categorie belangen is gecreëerd met het doel om de rapportage overeenkomstig deel I te vermijden; en

c) een kapitaalverzekering of een lijfrenteverzekering, aangeboden of aangehouden door een financiële instelling, anders dan niet aan beleggingen gekoppelde, niet-overdraagbare, direct ingaande lijfrenten, verstrekt aan natuurlijke personen en die dienen voor het te gelde maken van een pensioen- of arbeidsongeschiktheidsuitkering uit hoofde van een rekening die een uitgezonderde rekening is.

De term „financiële rekening” omvat geen uitgezonderde rekeningen.

2. De term „depositorekening” omvat elke bedrijfsrekening, betaalrekening, spaarrekening, termijnrekening of spaarrekening bij een spaar- of nutsbank of een rekening waarvoor een depositobewijs, een stortingsbewijs, een beleggingscertificaat of een schuldbewijs is overgelegd of een ander daarmee vergelijkbaar instrument aangehouden door een financiële instelling in het kader van de uitoefening van het bankbedrijf of een daarmee vergelijkbaar bedrijf. Onder een depositorekening wordt voorts verstaan een bedrag aangehouden door een verzekeringsmaatschappij uit hoofde van een contract dat terugbetaling van de hoofdsom garandeert of een vergelijkbare overeenkomst voor het betalen of ontvangen van interest over dat bedrag.

3. Onder „bewaarrekening” wordt verstaan een rekening (anders dan een verzekeringsovereenkomst of lijfrenteverzekering) die één of meer financiële activa houdt ten gunste van een derde.

4. Onder „aandelenbelang” wordt verstaan, in het geval van een samenwerkingsverband dat een financiële instelling is, een kapitaalbelang of een winstaandeel in het samenwerkingsverband. In het geval van een trust die een financiële instelling is, wordt een aandelenbelang geacht te worden aangehouden door degene die optreedt als insteller of begunstigde van de volledige trust of een deel ervan of door een derde natuurlijke persoon die uiteindelijk de feitelijke zeggenschap uitoefent over de trust. Een te rapporteren persoon wordt behandeld als begunstigde van een trust indien de te rapporteren persoon gerechtigd is rechtstreeks of middellijk (bijvoorbeeld via een vertegenwoordiger) een verplichte uitkering te ontvangen of rechtstreeks of middellijk een discretionaire uitkering kan ontvangen uit de trust.

5. Onder „verzekeringsovereenkomst” wordt verstaan een overeenkomst (anders dan een lijfrenteverzekering) uit hoofde waarvan de uitgevende instantie zich verplicht een bedrag uit te keren indien zich een omschreven gebeurtenis voordoet aangaande overlijden, ziekte, ongeval, aansprakelijkheid of vermogensrisico's.

6. Onder „lijfrenteverzekering” wordt verstaan een overeenkomst uit hoofde waarvan de uitgevende instantie zich verplicht uitkeringen te verstrekken gedurende een tijdvak dat geheel of gedeeltelijk wordt vastgesteld op basis van de levensverwachting van een of meer natuurlijke personen. De term omvat voorts een overeenkomst die in overeenstemming met de wet- of regelgeving of in de praktijk van het rechtsgebied (een lidstaat, Liechtenstein of een ander rechtsgebied) waar de overeenkomst werd gesloten, wordt aangemerkt als lijfrenteverzekering en uit hoofde waarvan de uitgevende instantie zich verplicht gedurende een aantal jaren uitkeringen te verstrekken.

7. Onder „kapitaalverzekering” wordt verstaan een verzekeringsovereenkomst (anders dan een herverzekeringsovereenkomst gericht op schadeloosstelling tussen twee verzekeringsmaatschappijen) met een geldswaarde.

8. Onder „geldswaarde” wordt verstaan: i) het bedrag waarop de houder van de polis aanspraak kan maken bij afkoop of beëindiging van de overeenkomst (vastgesteld zonder aftrek van een annuleringsvergoeding of polisbelening), of ii) het bedrag dat de polishouder kan lenen uit hoofde van of ter zake van de overeenkomst, indien dat groter is dan het eerste bedrag. Niettegenstaande het voorgaande is „geldswaarde” niet een bedrag dat verschuldigd is uit hoofde van een verzekeringspolis:

a) uitsluitend wegens het overlijden van een persoon, verzekerd in het kader van een levensverzekeringsovereenkomst;

b) als een invaliditeits-, ongevals- of ziekte-uitkering of een andere uitkering wegens economische verliezen door het optreden van de verzekerde gebeurtenis;

c) als een teruggave aan de polishouder van een eerder betaalde premie (minus de kosten van verzekeringsheffingen al dan niet daadwerkelijk opgelegd) uit hoofde van een verzekeringspolis (anders dan een aan beleggingen gekoppelde levensverzekering of lijfrenteverzekering) vanwege opzegging of beëindiging van de polis, afname van het risico gedurende de looptijd van de polis, of voortvloeiend uit de correctie na de publicatie van onjuiste premies of soortgelijke fouten;

d) als resultaatdeling voor polishouders (niet bij beëindiging) mits de resultaatdeling verband houdt met een verzekeringsovereenkomst volgens welke de enige betaalbare uitkeringen worden omschreven in onderdeel C, punt 8, onder b); of

e) als een teruggave van een voorschotpremie of een vooruitbetaalde premie voor een verzekeringsovereenkomst waarvoor de premie op zijn minst jaarlijks betaalbaar is als het bedrag van het voorschot of de vooruitbetaling niet hoger is dan de volgende jaarlijkse premie die volgens de overeenkomst betaalbaar wordt.

9. Onder „bestaande rekening” wordt verstaan:

a) een financiële rekening per 31 december 2015 aangehouden door een rapporterende financiële instelling;

b) een financiële rekening van een rekeninghouder, ongeacht de datum waarop de financiële rekening is geopend, indien:

i) de rekeninghouder tevens bij de rapporterende financiële instelling, of met een gelieerde entiteit in hetzelfde rechtsgebied (een lidstaat of Liechtenstein) als de rapporterende financiële instelling, houder is van een financiële rekening die een bestaande rekening is krachtens onderdeel C, punt 9, onder a);

ii) de rapporterende financiële instelling en, voor zover van toepassing, de gelieerde entiteit in hetzelfde rechtsgebied (een lidstaat of Liechtenstein) als de rapporterende financiële instelling beide eerder genoemde financiële rekeningen, en andere financiële rekeningen van de rekeninghouder die worden behandeld als bestaande rekeningen uit hoofde van punt b), behandelt als één enkele financiële rekening om te voldoen aan de normen van kennisvereisten in onderdeel A van deel VII, en met het oog op de bepaling van het saldo of de waarde van elk van de financiële rekeningen bij de toepassing van een van de rekeningdrempels;

iii) met betrekking tot een financiële rekening die onderworpen is aan de AML/KYC procedures, de rapporterende financiële instelling aan dergelijke AML/KYC-procedures voor de financiële rekening kan voldoen door te vertrouwen op de AML/KYC-procedures die zijn gevolgd voor de bestaande rekening, omschreven in onderdeel C, punt 9, onder a); en

iv) de rekeninghouder voor het openen van de financiële rekening geen nieuwe, aanvullende of gewijzigde klantinformatie hoeft te verstrekken, naast de voor de toepassing van deze overeenkomst vereiste informatie.

10. Onder „nieuwe rekening” wordt verstaan een financiële rekening, aangehouden door een rapporterende financiële instelling, geopend op of na 1 januari 2016 tenzij de rekening wordt behandeld als een bestaande rekening krachtens onderdeel C, punt 9, onder b).

11. Onder „bestaande rekening van een natuurlijke persoon” wordt verstaan een bestaande rekening die door één of meer natuurlijke personen wordt aangehouden.

12. Onder „nieuwe rekening van een natuurlijke persoon” wordt verstaan een nieuwe rekening die door één of meer natuurlijke personen wordt aangehouden.

13. Onder „bestaande entiteitsrekening” wordt verstaan een bestaande rekening die door één of meer entiteiten wordt aangehouden.

14. Onder „lagewaarderekening” wordt verstaan een bestaande rekening van een natuurlijke persoon met een totaal saldo of een totale waarde per 31 december 2015 van niet meer dan een in de nationale valuta van elke lidstaat of van Liechtenstein uitgedrukt bedrag dat overeenstemt met 1 000 000 USD.

15. Onder „hogewaarderekening” wordt verstaan een bestaande rekening van een natuurlijke persoon met een totaal saldo of een totale waarde, per 31 december 2015 of 31 december van daaropvolgende jaren, van meer dan een in de nationale valuta van elke lidstaat of van Liechtenstein uitgedrukt bedrag dat overeenstemt met 1 000 000 USD.

16. Onder „nieuwe entiteitsrekening” wordt verstaan een nieuwe rekening die door één of meer entiteiten wordt aangehouden.

17. Onder „uitgezonderde rekening” wordt verstaan een van onderstaande rekeningen:

a) een uittredings- of pensioenrekening die voldoet aan onderstaande voorwaarden:

i) de rekening is aan regels gebonden als een persoonlijke uittredingsrekening of maakt deel uit van een geregistreerde of gereguleerde uittredings- of pensioenregeling voor de verstrekking van uittredings- of pensioenuitkeringen (met inbegrip van invaliditeits- of overlijdensuitkeringen);

ii) de rekening is fiscaal gefaciliteerd (d.w.z. bijdragen aan de rekening die anders zouden worden onderworpen aan belasting kunnen worden afgetrokken of uitgesloten van de bruto-inkomsten van de rekeninghouder of belast tegen een verlaagd tarief, of de belastingheffing op beleggingsinkomsten van de rekening wordt uitgesteld of gebeurt tegen een verlaagd tarief);

iii) er wordt aan de belastingautoriteiten met betrekking tot de rekening informatie verstrekt;

iv) opnames zijn afhankelijk gesteld van het bereiken van een bepaalde uittredingsleeftijd, invaliditeit of overlijden, of er gelden sancties op opnames die worden gedaan voordat een van deze gebeurtenissen zich voordoet, en

v) i) de jaarlijkse bijdragen blijven beperkt tot een in de nationale valuta van elke lidstaat of van Liechtenstein uitgedrukt bedrag dat overeenstemt met 50 000 USD of minder, of ii) er is een maximale levenslange beperking van de bijdrage aan de rekening van een in de nationale valuta van elke lidstaat of van Liechtenstein uitgedrukt bedrag dat overeenstemt met 1 000 000 USD of minder, en in beide gevallen gelden de regels van onderdeel C van deel VII inzake rekeningaggregatie en valutaomrekening.

Een financiële rekening die activa of middelen kan ontvangen die zijn overgedragen uit één of meer financiële rekeningen die voldoen aan de eisen van onderdeel C, punt 17, onder a) of b), of van een of meer uittredings- of pensioenfondsen die voldoen aan de vereisten van onderdeel B, punten 5 tot en met 7, maar voor het overige voldoet aan het vereiste in onderdeel C, punt 17, onder a), v), wordt niettemin geacht te voldoen aan dit laatste vereiste.

b) een rekening die voldoet aan onderstaande voorwaarden:

i) de rekening is onderworpen aan regelgeving als beleggingsvehikel voor andere doeleinden dan uittreding en wordt regelmatig verhandeld op erkende effectenbeurzen of de rekening is onderworpen aan regelgeving als spaarvehikel voor andere doeleinden dan uittreding;

ii) de rekening is fiscaal gefaciliteerd (d.w.z. bijdragen aan de rekening die anders zouden worden onderworpen aan belasting kunnen worden afgetrokken of uitgesloten van de bruto-inkomsten van de rekeninghouder of belast tegen een verlaagd tarief, of de belastingheffing op beleggingsinkomsten van de rekening wordt uitgesteld of gebeurt tegen een verlaagd tarief);

iii) opnames zijn alleen mogelijk als wordt voldaan aan specifieke criteria die te maken hebben met het doel van de beleggings- of spaarrekening (bijvoorbeeld het opleveren van voordelen op onderwijs- of medisch gebied), of er gelden sancties op opnames die worden gedaan voordat aan deze criteria wordt voldaan, en

iv) jaarlijkse bijdragen zijn beperkt tot een in de nationale valuta van elke lidstaat of van Liechtenstein uitgedrukt bedrag dat overeenstemt met 50 000 USD of minder, met toepassing van de regels die zijn vastgesteld in onderdeel C van deel VII voor rekeningaggregatie en valutaomrekening.

Een financiële rekening die activa of middelen kan ontvangen die zijn overgedragen uit één of meer financiële rekeningen die voldoen aan de eisen van onderdeel C, punt 17, onder a) of b), of van een of meer uittredings- of pensioenfondsen die voldoen aan de vereisten van onderdeel B, punten 5 tot en met 7, maar voor het overige voldoet aan het vereiste in onderdeel C, punt 17, onder b), iv), wordt niettemin geacht te voldoen aan dit laatste vereiste.

c) een levensverzekeringsovereenkomst met een dekkingstermijn die verstrijkt voordat de verzekerde de leeftijd van 90 jaar heeft bereikt, mits de overeenkomst voldoet aan de volgende eisen:

i) periodieke premies, die niet in de loop van de tijd afnemen, zijn ten minste jaarlijks verschuldigd tijdens de periode dat de overeenkomst bestaat of tot de verzekerde de leeftijd van 90 jaar bereikt, indien dat eerder gebeurt;

ii) het contract heeft geen contractwaarde waartoe eenieder toegang kan krijgen (door opname, lening of anderszins) zonder beëindiging van de overeenkomst;

iii) het bedrag (niet zijnde een uitkering bij overlijden) te betalen bij annulering of beëindiging van het contract mag niet hoger zijn dan de geaggregeerde voor het contract betaalde premies, minus de som van mortaliteits-, morbiditeits- en kostentoeslagen (al dan niet daadwerkelijk opgelegd) voor de periode of perioden van het bestaan van het contract en de bedragen die zijn betaald vóór de annulering of beëindiging van het contract; en

iv) het contract is niet in het bezit van iemand die het onder bezwarende titel verkregen heeft;

d) een rekening die alleen wordt aangehouden door een nalatenschap indien de documentatie voor deze rekening een kopie bevat van het testament van de overledene of van de overlijdensakte;

e) een rekening die is geopend in verband met onderstaande:

i) een rechterlijke beslissing of een vonnis;

ii) verkoop, ruil of leasen van roerend of onroerend goed, op voorwaarde dat de rekening aan de volgende eisen voldoet:

— de rekening wordt louter gefinancierd met een aanbetaling, waarborgsom, deposito van een bedrag nodig om een verplichting zeker te stellen die rechtstreeks verband houdt met de transactie, of een soortgelijke betaling, of wordt gefinancierd met financiële activa, gestort op de rekening in verband met de verkoop, ruil, of leasing van het goed,

— de rekening wordt geopend en uitsluitend gebruikt om ervoor te zorgen dat de koper zijn verplichting om de koopprijs van het goed te betalen, nakomt, dat de verkoper een eventuele voorwaardelijke verplichting betaalt, of dat de verhuurder of de huurder een schadevergoeding betaalt met betrekking tot het geleasede goed, zoals overeengekomen in het huurcontract,

— de activa van de rekening, inclusief de opbrengst daarvan, zullen worden betaald of anderszins worden uitgekeerd ten behoeve van de koper, de verkoper, de verhuurder of huurder (onder meer om te voldoen aan diens verplichting), wanneer het goed wordt verkocht, geruild, of overgedragen of bij beëindiging van de huur,

— de rekening is geen marge- of soortgelijke rekening in verband met een verkoop of ruil van financiële activa, en

— de rekening is niet verbonden aan een rekening als omschreven in onderdeel C, punt 17, onder f);

iii) een verplichting van een financiële instelling die een lening verstrekt, gedekt door onroerend goed, om een deel van een betaling uit te stellen, uitsluitend ter vergemakkelijking van de betaling van belastingen of verzekeringen in verband met het onroerend goed op een later tijdstip;

iv) een verplichting van een financiële instelling uitsluitend ter vergemakkelijking van de betaling van belastingen op een later tijdstip;

f) een depositorekening die voldoet aan de volgende eisen:

i) de rekening bestaat alleen omdat een klant een betaling verricht, hoger dan een saldo ten opzichte van een creditcard of andere kredietfaciliteit en het te veel betaalde bedrag wordt niet onverwijld aan de klant geretourneerd, en

ii) met ingang van of nog vóór 1 januari 2016 voert de financiële instelling beleidsmaatregelen en procedures in om te voorkomen dat een klant meer dan een in de nationale valuta van elke lidstaat of van Liechtenstein uitgedrukt bedrag dat overeenstemt met 50 000 USD te veel betaalt, of om ervoor te zorgen dat de klant dat te veel betaald bedrag binnen 60 dagen terugbetaald krijgt, en in beide gevallen worden de regels toegepast van onderdeel C van deel VII voor rekeningaggregatie en valutaomrekening. In dit verband heeft een door een klant te veel betaald bedrag geen betrekking op creditsaldi in verband met betwiste afboekingen van de rekening, maar wel op creditsaldi die ontstaan door teruggestuurde goederen.

g) een andere rekening met een laag risico om te worden gebruikt voor belastingontduiking, die in wezen gelijkaardige kenmerken heeft als een van de rekeningen omschreven in onderdeel C, punt 17, onder a) tot en met f), en die in de nationale wetgeving is omschreven als een uitgezonderde rekening en, wat de lidstaten betreft, is opgenomen in de lijst zoals bedoeld in artikel 8, lid 7 bis, van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en aan Liechtenstein is gemeld, en, wat Liechtenstein betreft, aan de Europese Commissie is gemeld, op voorwaarde dat de status van deze rekening als een uitgezonderde rekening geen afbreuk doet aan het doel van deze overeenkomst.

D. Te rapporteren rekening

1. Onder „te rapporteren rekening” wordt verstaan een rekening die wordt aangehouden door één of meer te rapporteren personen of een passieve NFE met een of meer uiteindelijk belanghebbenden die een te rapporteren persoon is, mits de rekening als zodanig is aangemerkt op grond van de due diligence-procedures omschreven in de delen II tot en met VII.

2. Onder „te rapporteren persoon” wordt verstaan een persoon van een te rapporteren rechtsgebied, niet zijnde: i) een onderneming waarvan de aandelen regelmatig worden verhandeld op één of meer erkende effectenbeurzen, ii) een onderneming die een gelieerde entiteit is van een onderneming omschreven onder i), iii) een overheidsinstantie, iv) een internationale organisatie, v) een centrale bank, of vi) een financiële instelling.

3. Onder „persoon van een te rapporteren rechtsgebied” wordt verstaan een natuurlijke persoon of een entiteit die een ingezetene is van een te rapporteren rechtsgebied onder de fiscale wetgeving van dat rechtsgebied, of een nalatenschap van een erflater die een ingezetene was van een te rapporteren rechtsgebied. Voor dit doel wordt een entiteit zoals een samenwerkingsverband, een samenwerkingsverband met beperkte aansprakelijkheid of een soortgelijke juridische constructie zonder fiscale woonplaats, behandeld als een ingezetene van het rechtsgebied waar de plaats van de werkelijke leiding ervan is gelegen.

4. Onder „te rapporteren rechtsgebied” wordt verstaan Liechtenstein in het geval van een lidstaat of een lidstaat in het geval van Liechtenstein, in het kader van de verplichting om de in deel I bedoelde informatie te verstrekken.

5. Onder „deelnemend rechtsgebied” wordt verstaan met betrekking tot een lidstaat of Liechtenstein:

a) een lidstaat met betrekking tot het rapporteren aan Liechtenstein, of

b) Liechtenstein met betrekking tot het rapporteren aan een lidstaat, of

c) een ander rechtsgebied: i) waarmee de betrokken lidstaat of Liechtenstein, naargelang de context, een overeenkomst heeft op grond waarvan dat andere rechtsgebied de in deel I bedoelde informatie zal verstrekken, en ii) dat voorkomt op een door die lidstaat of Liechtenstein gepubliceerde en aan Liechtenstein respectievelijk de Europese Commissie toegezonden lijst;

d) met betrekking tot lidstaten, enig ander rechtsgebied: i) waarmee de Europese Unie een overeenkomst heeft op grond waarvan dat andere rechtsgebied de in deel I bedoelde informatie zal verstrekken, en ii) dat voorkomt op een door de Europese Commissie gepubliceerde lijst.

6. Onder „uiteindelijk belanghebbenden” worden verstaan de natuurlijke personen die zeggenschap uitoefenen over een entiteit. In het geval van trusts worden hieronder verstaan de insteller(s) van een trust, de trustees, de eventuele protector(en), de begunstigde(n) of categorie(ën) begunstigden en eventuele andere natuurlijke personen die de uiteindelijke feitelijke zeggenschap uitoefenen over de trust en in het geval van andere juridische constructies dan een trust worden hieronder verstaan personen in dezelfde of een vergelijkbare positie. De uitdrukking „uiteindelijk belanghebbenden” moet worden uitgelegd op een wijze die verenigbaar is met de aanbevelingen van de Financial Action Task Force.

7. Onder „NFE” wordt verstaan een entiteit die geen financiële instelling is.

8. Onder „passieve NFE” wordt verstaan: i) een NFE die geen actieve NFE is, of ii) een beleggingsentiteit omschreven in onderdeel A, punt 6, onder b), die geen financiële instelling in een deelnemend rechtsgebied is.

9. Onder „actieve NFE” wordt verstaan een NFE die voldoet aan een van de volgende criteria:

a) minder dan 50 % van de bruto-inkomsten van de NFE in het voorgaande kalenderjaar of een andere relevante periode waarover gerapporteerd moet worden, bestaat uit passieve inkomsten en minder dan 50 % van de activa van de NFE gedurende het voorgaande kalenderjaar of een andere relevante periode waarover gerapporteerd moet worden, bestaat uit activa die passieve inkomsten genereren of die worden aangehouden voor het genereren van passieve inkomsten;

b) de aandelen van de NFE worden regelmatig verhandeld op een erkende effectenbeurs of de NFE is een gelieerde entiteit van een entiteit waarvan de aandelen regelmatig worden verhandeld op een erkende effectenbeurs;

c) de NFE is een overheidsinstantie, een internationale organisatie, een centrale bank of een entiteit die volledig in het bezit is van een of meer van de voorgaande instanties;

d) Een substantieel deel van de activiteiten van de NFE bestaat uit het (geheel of gedeeltelijk) aanhouden van de geplaatste aandelen van, of het verschaffen van financiering en diensten aan, een of meer dochterondernemingen die betrokken zijn bij handels- of bedrijfsactiviteiten anders dan die van een financiële instelling, met dien verstande dat een entiteit niet in aanmerking komt voor de status van NFE, indien de entiteit fungeert als een beleggingsfonds (of zich als zodanig presenteert), zoals een private equity fonds, durfkapitaalfonds, een overnamefonds dat met schulden wordt gefinancierd of een beleggingsvehikel met het doel ondernemingen te verwerven of te financieren en bij wijze van belegging daarin vervolgens belangen aan te houden als vermogensbestanddelen;

e) de NFE oefent nog geen bedrijfsactiviteiten uit en heeft dat ook in het verleden niet gedaan, maar investeert vermogen in activa teneinde bedrijfsactiviteiten uit te oefenen anders dan die van een financiële instelling, op voorwaarde dat de NFE 24 maanden na de datum van haar oprichting niet in aanmerking komt voor deze uitzondering;

f) de NFE was gedurende de voorgaande vijf jaar geen financiële instelling en is bezig met de liquidatie van haar activa of met een reorganisatie teneinde de activiteiten voort te zetten of te hervatten, niet zijnde die van een financiële instelling;

g) de NFE is voornamelijk betrokken bij financierings- en hedgingtransacties met of voor gelieerde entiteiten die geen financiële instellingen zijn en verschaft geen financiering of hedgingdiensten aan een entiteit die geen gelieerde entiteit is, mits de groep van dergelijke gelieerde entiteiten voornamelijk betrokken is bij bedrijfsactiviteiten anders dan die van een financiële instelling; of

h) de NFE voldoet aan alle volgende vereisten:

i) zij is opgericht in het rechtsgebied waarvan zij een ingezetene is (een lidstaat, Liechtenstein of een ander rechtsgebied), en wordt aldaar uitsluitend geëxploiteerd voor religieuze, charitatieve, wetenschappelijke, artistieke, culturele, sportieve of educatieve doeleinden, of zij is opgericht in het rechtsgebied waarvan zij een ingezetene is (een lidstaat, Liechtenstein of een ander rechtsgebied), en wordt aldaar geëxploiteerd als een professionele organisatie, bedrijfsvereniging, kamer van koophandel, arbeidsorganisatie, land- of tuinbouworganisatie, burgerorganisatie of als een organisatie uitsluitend ter bevordering van het sociale welzijn;

ii) zij is in het rechtsgebied waarvan zij een ingezetene is (een lidstaat, Liechtenstein of een ander rechtsgebied), vrijgesteld van inkomstenbelasting;

iii) zij heeft geen aandeelhouders of leden die als eigenaar of rechthebbende aanspraak kunnen maken op haar inkomsten of activa;

iv) de van toepassing zijnde wetgeving van het rechtsgebied waarvan de NFE een ingezetene is (een lidstaat, Liechtenstein of een ander rechtsgebied) of haar oprichtingsakten staan niet toe dat inkomsten of activa van de NFE worden uitgedeeld aan of aangewend ten behoeve van een particulier of een niet-charitatieve entiteit anders dan in het kader van de charitatieve activiteiten van de NFE of ter betaling van een redelijke vergoeding voor verleende diensten of als betaling die een waarde in het economische verkeer vertegenwoordigt voor activa die de NFE heeft verworven; en

v) de van toepassing zijnde wetgeving van het rechtsgebied (een lidstaat, Liechtenstein of een ander rechtsgebied) waarvan de NFE een ingezetene is, of haar oprichtingsakten vereisen dat bij liquidatie of opheffing van de NFE al haar activa worden overgedragen aan een overheidsinstantie of een andere non-profitorganisatie of vervallen aan de overheid van het rechtsgebied (een lidstaat, Liechtenstein of een ander rechtsgebied) waarvan de NFE een ingezetene is, of een staatkundig onderdeel daarvan.

E. Diversen

1. Onder „rekeninghouder” wordt verstaan de persoon die door de financiële instelling die de rekening beheert, is geregistreerd of wordt geïdentificeerd als de houder van een financiële rekening. Een persoon, niet zijnde een financiële instelling die als gevolmachtigde, bewaarder, vertegenwoordiger, ondertekenaar, beleggingsadviseur of tussenpersoon een financiële rekening houdt namens of voor rekening van een derde, wordt voor de toepassing van deze bijlage niet aangemerkt als de houder van de rekening, maar die derde wordt aangemerkt als de houder van de rekening. In het geval van een kapitaalverzekering of een lijfrenteverzekering wordt als rekeninghouder aangemerkt de persoon die gerechtigd is tot de geldswaarde of tot wijziging van de begunstigde van de polis. Indien niemand gerechtigd is tot de geldswaarde of de begunstigde kan wijzigen, is de rekeninghouder eenieder die in de polis genoemd wordt als eigenaar alsmede eenieder met een verworven recht op uitkering krachtens de polisvoorwaarden. Aan het eind van de looptijd van een kapitaalverzekering of lijfrenteverzekering wordt elke persoon die recht heeft op een uitkering volgens de polis aangemerkt als rekeninghouder.

2. Onder „AML/KYC-procedures” worden verstaan de due diligence-procedures voor klanten van een rapporterende financiële instelling uit hoofde van vereisten ter bestrijding van het witwassen van geld of daarmee vergelijkbare vereisten die van toepassing zijn op de rapporterende financiële instelling.

3. Onder „entiteit” wordt verstaan een rechtspersoon of een juridische constructie, zoals een vennootschap, samenwerkingsverband, trust of stichting.

4. Een entiteit is een „gelieerde entiteit” van een andere entiteit indien a) een van de entiteiten zeggenschap heeft over de andere, of b) indien beide entiteiten onder een gemeenschappelijke zeggenschap vallen, of c) de twee entiteiten beleggingsentiteiten zijn, omschreven in onderdeel A, punt 6, onder b), onder een gemeenschappelijk beheer staan, en een dergelijk beheer voldoet aan de due diligence-verplichtingen van de beleggingsentiteiten. Daartoe wordt onder zeggenschap mede verstaan de directe of indirecte eigendom van meer dan 50 % van het aantal stemmen en het vermogen in een entiteit.

5. Onder „fiscaal identificatienummer” (TIN) wordt verstaan het fiscaal identificatienummer (of een functioneel equivalent bij gebreke van een fiscaal identificatienummer).

6. Onder „bewijsstukken” worden verstaan:

a) een verklaring omtrent de woonplaats afgegeven door een bevoegd overheidsorgaan (bijvoorbeeld een regering, of agentschap daarvan, of een gemeente) van het rechtsgebied (een lidstaat, Liechtenstein of een ander rechtsgebied) waarvan de rechthebbende verklaart een ingezetene te zijn;

b) in het geval van natuurlijke personen, een geldig identiteitsbewijs afgegeven door een bevoegd overheidsorgaan (bijvoorbeeld een regering, of een agentschap daarvan, of een gemeente) met daarop de naam van de natuurlijke persoon, en dat gewoonlijk wordt gebruikt als legitimatiebewijs;

c) in het geval van een entiteit, een officieel document afgegeven door een bevoegd overheidsorgaan (bijvoorbeeld een regering, of een agentschap daarvan, of een gemeente) met daarin de naam van de entiteit en het adres van haar hoofdkantoor in het rechtsgebied (een lidstaat, Liechtenstein of een ander rechtsgebied) waarvan de entiteit verklaart een ingezetene te zijn, hetzij het rechtsgebied (een lidstaat, Liechtenstein of een ander rechtsgebied) waar de entiteit is opgericht of gevestigd;

d) een gecontroleerd financieel overzicht, een verklaring van derden omtrent kredietwaardigheid, een faillissementsaanvraag of een rapport van de effectentoezichthouder.

Met betrekking tot een bestaande entiteitsrekening mogen rapporterende financiële instellingen als bewijsstuk gebruiken iedere indeling in de dossiers van de rapporterende financiële instelling met betrekking tot de rekeninghouder, vastgesteld op basis van een gestandaardiseerd bedrijfscoderingssysteem, dat werd vastgesteld door de rapporterende financiële instelling in overeenstemming met haar normale handelspraktijken voor de toepassing van AML/KYC-procedures of andere regelgevende doeleinden (andere dan voor fiscale doeleinden) en dat werd uitgevoerd door de rapporterende financiële instelling vóór de datum van indeling van de financiële rekening als een bestaande rekening, op voorwaarde dat de rapporterende financiële instelling niet weet of geen redenen heeft om te weten dat deze indeling onjuist of onbetrouwbaar is. Een „gestandaardiseerd bedrijfscoderingssysteem” is een codering voor het indelen van bedrijven per bedrijfssoort voor andere doeleinden dan fiscale doeleinden.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.