Responsive image

Artikel 9

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 9

Elk van beide Verdragsluitende Partijen stemt er bij dezen mee in dat juridische geschillen die ontstaan tussen een Verdragsluitende Partij en een onderdaan van de andere Verdragsluitende Partij met betrekking tot een investering van die onderdaan op het grondgebied van eerstgenoemde Verdragsluitende Partij ter beslechting door conciliatie of arbitrage worden voorgelegd aan het Internationale Centrum voor de Beslechting van Investeringsgeschillen krachtens het Verdrag inzake de beslechting van investeringsgeschillen tussen staten en onderdanen van andere staten, dat op 18 maart 1965 te Washington werd opengesteld voor ondertekening, indien beide Verdragsluitende Partijen partij zijn bij het bedoelde verdrag. Indien een van de Verdragsluitende Partijen geen partij is bij het bedoelde verdrag, worden de bovengenoemde geschillen voorgelegd aan het Internationaal Centrum voor de Beslechting van Investeringsgeschillen overeenkomstig de regels betreffende de Aanvullende Voorziening voor de toepassing van procedures door het Secretariaat van het Centrum (Additional Facility Rules). Een rechtspersoon die onderdaan is van de ene Verdragsluitende Partij en die, voordat een dergelijk geschil ontstaat, onder toezicht staat van onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij, wordt in overeenstemming met artikel 25, tweede lid, letter b, van het Verdrag inzake de beslechting van investeringsgeschillen voor de toepassing van dat Verdrag behandeld als een onderdaan van de andere Verdragsluitende Partij.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.