- 1
- Luchtvaartuigen die door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van een der Verdragsluitende Partijen worden geëxploiteerd op internationale luchtdiensten alsmede hun normale uitrustingsstukken, reserve-onderdelen, voorraden motorbrandstof en smeermiddelen, en proviand (met inbegrip van etenswaren, dranken en tabaksartikelen) aan boord, alsmede alle reclame- en promotiemateriaal aan boord van die vliegtuigen, zijn bij aankomst op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij vrijgesteld van alle douanerechten, inspectiekosten en soortgelijke nationale of plaatselijke heffingen en belastingen, mits die uitrustingsstukken en voorraden aan boord van het luchtvaartuig blijven tot het tijdstip waarop zij weder worden uitgevoerd.
- 2
- Met betrekking tot normale uitrustingsstukken, reserve-onderdelen, voorraden motorbrandstof en smeermiddelen en proviand, ingevoerd op het grondgebied van de ene Verdragsluitende Partij door of namens een aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Verdragsluitende Partij of aan boord genomen van de door deze aangewezen luchtvaartmaatschappij geëxploiteerde luchtvaartuigen en uitsluitend bestemd voor gebruik aan boord van luchtvaartuigen tijdens de exploitatie van internationale diensten, behoeven geen plaatselijke en/of nationale heffingen en belastingen, met inbegrip van douanerechten en inspectiekosten, verschuldigd op het grondgebied van eerstgenoemde Verdragsluitende Partij, te worden betaald, zelfs niet indien deze voorraden zullen worden gebruikt op de gedeelten van de vlucht die worden afgelegd boven het grondgebied van de Verdragsluitende Partij waar zij aan boord zijn genomen.
- Ten aanzien van bovengenoemde goederen kan worden verlangd dat deze onder toezicht en beheer van de douane blijven.
- De bepalingen van dit lid mogen niet zodanig worden uitgelegd dat aan een Verdragsluitende Partij de verplichting kan worden opgelegd douanerechten terug te betalen die reeds op de in het voorgaande lid bedoelde goederen zijn geheven.
- 3
- Normale boorduitrustingsstukken, reserve-onderdelen, voorraden motorbrandstof en smeermiddelen en proviand aan boord van luchtvaartuigen van een Verdragsluitende Partij kunnen op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij slechts worden uitgeladen met toestemming van de douaneautoriteiten van die Partij, die kunnen verlangen dat deze goederen onder hun toezicht worden geplaatst, totdat deze weder worden uitgevoerd of overeenkomstig de douanevoorschriften een andere bestemming hebben gekregen.