- 1
- Indien tussen de Verdragsluitende Partijen een geschil ontstaat met betrekking tot de uitlegging of toepassing van dit Verdrag, trachten de Verdragsluitende Partijen dit in de eerste plaats te regelen door middel van onderlinge onderhandelingen.
- 2
- Indien de Verdragsluitende Partijen er niet in slagen tot een regeling te komen door middel van onderhandeling, kan het geschil op verzoek van een der Verdragsluitende Partijen ter beslissing worden voorgelegd aan een gerecht van drie scheidsmannen, van wie elke Verdragsluitende Partij er een benoemt, waarna over de derde overeenstemming moet worden bereikt door de twee aldus gekozen scheidsmannen, mits deze derde scheidsman geen onderdaan is van een der Verdragsluitende Partijen. Elk der Verdragsluitende Partijen wijst een scheidsman aan binnen een termijn van zestig (60) dagen na de datum waarop de ene Verdragsluitende Partij van de andere Verdragsluitende Partij een diplomatieke nota heeft ontvangen waarin om een scheidsrechterlijke uitspraak wordt verzocht, en over de derde scheidsman dient overeenstemming te worden bereikt binnen een volgende termijn van zestig (60) dagen. Indien een van de Verdragsluitende Partijen geen eigen scheidsman aanwijst binnen de termijn van zestig (60) dagen of indien niet binnen de aangegeven termijn overeenstemming is bereikt omtrent de derde scheidsman, kan door een van de Verdragsluitende Partijen de Voorzitter van de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie worden verzocht een scheidsman of scheidsmannen te benoemen.
- 3
- De Verdragsluitende Partijen verplichten zich ertoe zich te houden aan elke beslissing genomen op grond van het tweede lid van dit artikel.