Een persoon die als lid van de bemanning van een luchtvaartuig werkt, is, met betrekking tot die dienstbetrekking, uitsluitend onderworpen aan de wetgeving van de verdragsluitende partij op het grondgebied waarvan de werkgever zijn voornaamste plaats van bedrijfsuitoefening heeft. Indien de onderneming echter een filiaal of statutaire zetel op het grondgebied van de andere verdragsluitende partij heeft en deze persoon bij dat filiaal of deze zetel werkzaam is, is deze persoon uitsluitend onderworpen aan de wetgeving van de verdragsluitende partij op het grondgebied waarvan dat filiaal of die zetel is gevestigd.