- 1
- De capaciteit en de frequentie worden overeengekomen tussen de luchtvaartautoriteiten van de Verdragsluitende Partijen.
- 2
- De aangewezen luchtvaartmaatschappij of luchtvaartmaatschappijen van elk van beide Verdragsluitende Partijen kan respectievelijk kunnen, naargelang de vervoersbehoeften, de exploitatie van een extra gedeelte op een omschreven route aanvragen. De aanvrage om een zodanige vlucht dient ten minste drie dagen voor de voorgenomen uitvoering ervan te worden ingediend bij de luchtvaartautoriteiten van de andere Verdragsluitende Partij en de vlucht kan slechts worden uitgevoerd nadat de goedkeuring van die autoriteiten is verkregen.