Responsive image

Artikel 13 Veiligheid van de luchtvaart

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 13 Veiligheid van de luchtvaart

    1
  • De Verdragsluitende Partijen bevestigen opnieuw dat hun verplichting jegens elkaar om de veiligheid van de burgerluchtvaart te beschermen tegen wederrechtelijke belemmering ervan een integrerend bestanddeel van dit Verdrag vormt. De Verdragsluitende Partijen handelen in het bijzonder in overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen, ondertekend te Tokyo op 14 september 1963, het Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen, ondertekend te 's-Gravenhage op 16 december 1970, en het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart, ondertekend te Montreal op 23 september 1971.
    2
  • De Verdragsluitende Partijen verlenen elkaar op verzoek alle nodige bijstand ter voorkoming van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van burgerluchtvaartuigen en andere wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van zodanige luchtvaartuigen, hun passagiers en bemanningsleden, luchthavens en voorzieningen voor de luchtvaart, alsmede van elke andere bedreiging voor de veiligheid van de burgerluchtvaart.
    3
  • De Verdragsluitende Partijen handelen in hun onderlinge betrekkingen overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften voor de luchtvaart en de technische vereisten die zijn vastgesteld door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) en die als Bijlagen bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart zijn aangewezen, voor zover deze beveiligingsvoorschriften en vereisten op de Verdragsluitende Partijen van toepassing zijn; zij verlangen dat exploitanten van luchtvaartuigen die bij hen zijn geregistreerd of exploitanten van luchtvaartuigen die hun voornaamste plaats van bedrijfsuitoefening of hun vaste woon- of verblijfplaats op hun grondgebied hebben, in overeenstemming met deze beveiligingsvoorschriften en -vereisten voor de luchtvaart handelen.
    4
  • Elke Verdragsluitende Partij stemt ermee in dat van deze exploitanten van luchtvaartuigen kan worden verlangd dat zij de beveiligingsvoorschriften en vereisten die zijn vastgesteld door de andere Verdragsluitende Partij voor de binnenkomst in, het vertrek uit of het verblijf op het grondgebied van deze Verdragsluitende Partij naleven. Elke Verdragsluitende Partij ziet erop toe dat op haar grondgebied daadwerkelijk toereikende maatregelen worden getroffen om de veiligheid van de luchtvaartuigen te beschermen vóór en tijdens het aan boord gaan of inladen, en om passagiers, bemanning, bagage, vracht en boordproviand aan controle te onderwerpen vóór het aan boord gaan of inladen. Elke Verdragsluitende Partij neemt tevens elk verzoek van de andere Verdragsluitende Partij om redelijke bijzondere veiligheidsmaatregelen tegen een specifieke bedreiging welwillend in overweging.
    5
  • Wanneer zich een voorval voordoet van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van burgerluchtvaartuigen of van een andere Lees: van andere wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van zodanige luchtvaartuigen, hun passagiers en bemanning, luchthavens of voorzieningen voor de luchtvaart, of dreigt zich voor te doen, verlenen de Verdragsluitende Partijen elkaar bijstand door de verbindingen en andere passende maatregelen die bedoeld zijn om op snelle en veilige wijze aan zulk een voorval of de dreiging daarvan een einde te maken, te vergemakkelijken.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.