- 1
- Geen der Verdragsluitende Partijen onteigent, nationaliseert of neemt andere soortgelijke maatregelen (hierna aangeduid als „onteigening”) tegen de investeringen van de investeerders van de andere Verdragsluitende Partij op haar grondgebied, tenzij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
-
- a.de onteigening vindt plaats in het algemeen belang en met inachtneming van nationale juridische procedures;
- b.de onteigening is niet discriminatoir of in strijd met enige verbintenis die de Verdragsluitende Partij die deze maatregelen neemt, is aangegaan;
- c.de onteigening vindt plaats tegen schadeloosstelling.
- 2
- De schadeloosstelling waarnaar in lid 1, onder c, wordt verwezen, dient gelijk te zijn aan de redelijke marktwaarde van de onteigende investering onmiddellijk voordat de onteigeningsmaatregelen werden getroffen. De redelijke marktwaarde mag geen waardeverandering inhouden ten gevolge van het eerder openbaar worden van de onteigening. De schadeloosstelling dient rente te omvatten tegen de gangbare commerciële rentevoet vanaf de datum waarop de onteigening plaatsvond tot de datum van betaling en dient, wil zij doeltreffend zijn voor de getroffen investeerders, zonder vertraging te worden betaald en te kunnen worden overgemaakt naar het door de betrokken investeerder aangewezen land en in de valuta van het land van de getroffen investeerder of in een door de getroffen investeerder aanvaarde vrij inwisselbare valuta.