Geen der Verdragsluitende Partijen neemt maatregelen waardoor, al dan niet rechtstreeks, aan onderdanen van de andere Verdragsluitende Partij hun investeringen worden ontnomen, tenzij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a.de maatregelen worden genomen in het algemeen belang en met inachtneming van een behoorlijke rechtsgang;
- b.de maatregelen zijn niet discriminatoir of in strijd met enige verbintenis die de eerstbedoelde Verdragsluitende Partij is aangegaan;
- c.de maatregelen gaan vergezeld van voorzieningen voor de betaling van een billijke schadeloosstelling. Deze schadeloosstelling dient overeen te komen met de werkelijke waarde van de desbetreffende investeringen en dient, wil zij doeltreffend zijn voor de gerechtigden, zonder onredelijke vertraging te worden betaald en te kunnen worden overgemaakt naar het door de betrokken gerechtigden aangewezen land en in de munteenheid van het land waarvan de gerechtigden onderdaan zijn of in een door de gerechtigden aanvaarde vrij inwisselbare munteenheid.