De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten trachten moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van dit Verdrag in onderling overleg op te lossen. Overleg waarom door een bevoegde autoriteit van een Verdragsluitende Staat is verzocht, vangt aan binnen 90 dagen na de datum van ontvangst van zulk een verzoek.