Indien in strijd met de bepalingen van dit Verdrag belasting is geheven en geïnd door een Verdragsluitende Staat, dienen verzoeken om teruggaaf van belasting te worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van die Staat binnen een periode van drie jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven en wordt de aldus geïnde belasting binnen zes maanden na de datum van zulk een verzoek teruggegeven.