1. Als er moeilijkheden ontstaan in verband met de tenuitvoerlegging of de interpretatie van deze overeenkomst, kunnen de Bevoegde Autoriteiten van Andorra dan wel van een Lidstaat verzoeken om overleg tussen de Bevoegde Autoriteit van Andorra en een of meer Bevoegde Autoriteiten van lidstaten teneinde passende maatregelen te ontwikkelen om de naleving van deze overeenkomst te waarborgen. Die Bevoegde Autoriteiten stellen de Europese Commissie en de Bevoegde Autoriteiten van de andere lidstaten onmiddellijk in kennis van de resultaten van hun overleg. Met betrekking tot interpretatievraagstukken kan de Europese Commissie op verzoek van een van de Bevoegde Autoriteiten deelnemen aan het overleg.
2. Als het overleg betrekking heeft op significante niet-naleving van de bepalingen van deze overeenkomst en de in lid 1 beschreven procedure niet tot een adequate oplossing leidt, kan de Bevoegde Autoriteit van een Lidstaat of van Andorra de uitwisseling van inlichtingen krachtens deze overeenkomst met respectievelijk Andorra of een specifieke Lidstaat schorsen door de andere Bevoegde Autoriteit in kwestie daarvan schriftelijk in kennis te stellen. Een dergelijke schorsing wordt onmiddellijk van kracht. Voor de toepassing van dit lid geldt dat er onder meer sprake is van significante niet-naleving wanneer de bepalingen inzake vertrouwelijkheid en gegevensbescherming die zijn vervat in deze overeenkomst, niet worden nageleefd, wanneer de Bevoegde Autoriteit van een Lidstaat of van Andorra de krachtens deze overeenkomst vereiste inlichtingen niet tijdig of adequaat verstrekt, of wanneer aan entiteiten of rekeningen de status van Niet-Rapporterende Financiële Instelling en Uitgezonderde Rekening wordt toegekend op een wijze die afbreuk doet aan het doel van deze overeenkomst.