- 1
- Voordelen verkregen door een inwoner van een verdragsluitende staat uit de vervreemding van onroerende zaken als bedoeld in artikel 6 en die zijn gelegen in de andere verdragsluitende staat, mogen in die andere staat worden belast.
- 2
- Voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende zaken die deel uitmaken van het vermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een verdragsluitende staat in de andere verdragsluitende staat heeft, of van roerende goederen die behoren tot een vast middelpunt dat een inwoner van een verdragsluitende staat in de andere verdragsluitende staat tot zijn beschikking heeft voor het verrichten van zelfstandige arbeid, waaronder begrepen de voordelen verkregen uit de vervreemding van de vaste inrichting (afzonderlijk of met de gehele onderneming) of van het vaste middelpunt, mogen in die andere staat worden belast.
- 3
- Voordelen verkregen uit de vervreemding van schepen of luchtvaartuigen die in internationaal verkeer worden geëxploiteerd of van roerende zaken die worden gebruikt voor de exploitatie van dergelijke schepen of luchtvaartuigen zijn slechts belastbaar in de verdragsluitende staat waarin de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.
- 4
- Voordelen verkregen uit de vervreemding van alle andere zaken dan die bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, zijn slechts belastbaar in de verdragsluitende staat waarvan de vervreemder inwoner is.
- 5
- Indien een natuurlijke persoon inwoner was van een verdragsluitende staat en inwoner is geworden van de andere verdragsluitende staat, belet het vierde lid de eerstgenoemde staat niet uit hoofde van zijn nationale recht de waardevermeerdering van aandelen, winstbewijzen, koopopties en het vruchtgebruik op aandelen en winstbewijzen van en schuldvorderingen op een lichaam te belasten ter zake van het tijdvak waarin die natuurlijke persoon inwoner van de eerstgenoemde staat was. Indien de eerstgenoemde verdragsluitende staat overeenkomstig het eerste lid belasting heeft geheven over de waardevermeerdering van vermogen, wordt deze waardevermeerdering niet begrepen in de belastinggrondslag bij de vaststelling van de daaropvolgende waardevermeerdering van het vermogen door de andere verdragsluitende staat.