- 1
- Indien de toezichthouder bij de verlening van een vergunning een ontheffing als bedoeld in artikel 2:3.0b, vierde lid, 2:3.0d, vierde lid, 2:3.0e, achtste lid, 2:3.0g, vierde lid, 2:5, derde lid, 2:7, derde lid, 2:17, derde lid, 2:21, derde lid, 2:26b, vierde lid, 2:26e, derde lid, 2:31, vierde lid, 2:37, derde lid, 2:41, derde lid, 2:49, derde lid, 2:51, derde lid, 2:54b, vierde lid, 2:54e, derde lid, 2:54h, derde lid,2:54j, derde lid, 2:54m, derde lid, 2:58, derde lid, 2:63, derde lid, 2:67b, vierde lid, 2:78, derde lid, 2:83, derde lid, 2:89, derde lid, 2:94, derde lid, of 2:99, zesde lid, verleent, geldt die ontheffing tevens als een ontheffing van de dienovereenkomstige regels ingevolge het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen onderscheidenlijk het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen.
- 2
- Indien de ECB bij de verlening van een vergunning een ontheffing als bedoeld in artikel 2:12, vijfde lid, verleent, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.