Responsive image

Artikel 2:10

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 2:10

    1
  • Een clearinginstelling als bedoeld in artikel 2:6, tweede lid, of artikel 2:8, tweede lid, die voornemens is vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland het bedrijf van clearinginstelling uit te oefenen, geeft aan de Nederlandsche Bank kennis van dat voornemen. De clearinginstelling legt daarbij een door de toezichthoudende instantie van die aangewezen staat afgegeven verklaring over waaruit blijkt dat zij in die staat bevoegd is tot het uitoefenen van het bedrijf van clearinginstelling.
    2
  • De clearinginstelling kan overgaan tot het uitoefenen van het voorgenomen bedrijf door middel van het verrichten van diensten naar Nederland nadat de kennisgeving is gedaan en de verklaring is afgegeven tenzij de Nederlandsche Bank mededeelt dat het voornemen of de beoogde wijze van uitoefening in strijd is met deze wet.
    3
  • Indien de Nederlandsche Bank een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid heeft ontvangen, deelt zij de betrokken clearinginstelling onverwijld deze ontvangst mede.
    4
  • De Nederlandsche Bank kan binnen twee maanden na ontvangst van de kennisgeving de toezichthoudende instantie van de aangewezen staat mededelen welke voorwaarden om redenen van algemeen belang door de clearinginstelling in acht moeten worden genomen bij het uitoefenen van haar bedrijf vanuit het in Nederland gelegen bijkantoor. De Nederlandsche Bank zendt hiervan een afschrift aan de clearinginstelling.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.