- 1
- Indien een beleggingsonderneming met zetel in een andere lidstaat die vanuit een bijkantoor in Nederland beleggingsdiensten verleent of beleggingsactiviteiten verricht geen gevolg geeft aan een door de toezichthouder gegeven aanwijzing als bedoeld in artikel 1:75, stelt de toezichthouder de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat daarvan in kennis.
- 2
- In het geval, bedoeld in het eerste lid, kan de toezichthouder tevens het besluit nemen dat de betrokken beleggingsonderneming geen nieuwe overeenkomsten in Nederland mag afsluiten, onverminderd de artikelen 1:79 en 1:80.
- 3
- Artikel 1:58, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.