- 1
- Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
-
- a.buitenlands belastingplichtige maatschappij: een buitenlandse belastingplichtige voor zover die op grond van artikel 15, achtste lid, van de wet deel uitmaakt van een fiscale eenheid;
- b.buitenlands belastingplichtige moedermaatschappij: een buitenlands belastingplichtige maatschappij die als moedermaatschappij deel uitmaakt van een fiscale eenheid;
- c.buitenlands belastingplichtige dochtermaatschappij: een buitenlands belastingplichtige maatschappij die als dochtermaatschappij deel uitmaakt van een fiscale eenheid;
- d.binnenlands belastingplichtige maatschappij: een binnenlandse belastingplichtige die deel uitmaakt van een fiscale eenheid;
- e.binnenlands belastingplichtige moedermaatschappij: een binnenlandse belastingplichtige die als moedermaatschappij deel uitmaakt van een fiscale eenheid;
- f.binnenlands belastingplichtige dochtermaatschappij: een binnenlandse belastingplichtige die als dochtermaatschappij deel uitmaakt van een fiscale eenheid;
- g.hoofdhuis: een buitenlandse belastingplichtige als bedoeld in artikel 15, achtste lid, van de wet, voor zover die op grond van dat lid geen deel uitmaakt van een fiscale eenheid.
- 2
- Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt een belastingplichtige die op grond van artikel 2, vierde lid, eerste of derde volzin, van de wet in Nederland, maar op grond van de Belastingregeling voor het Koninkrijk, de Belastingregeling voor het land Nederland dan wel een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting niet in Nederland is gevestigd, maar wel een onderneming drijft met behulp van een in Nederland aanwezige vaste inrichting, aangemerkt als een buitenlandse belastingplichtige.