Responsive image

Artikel 38aa

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 38aa

    1
  • In afwijking van artikel 38, tweede lid, en artikel 38a, tweede lid, onderdeel a, is de termijn voor het doen van de aangifte of melding aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen van de ongeschiktheid tot werken van een verzekerde voor een eigenrisicodrager:
    • a.uiterlijk zes weken na de laatste dag van het dienstverband indien de verzekerde aanspraak maakt op ziekengeld op grond van artikel 29, tweede lid, onderdeel a of c, en
    • b.uiterlijk zes weken na de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid indien de verzekerde aanspraak maakt op ziekengeld op grond van artikel 29, tweede lid, onderdeel b.
    2
  • De eigenrisicodrager, bedoeld in het eerste lid, meldt, na ontvangst van de melding van de verzekerde dat deze weer in staat is tot het verrichten van zijn arbeid, aan het Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen, uiterlijk op de tweede dag na de hersteldmelding door de verzekerde, de eerste dag waarop die verzekerde weer geschikt is tot het verrichten van zijn arbeid. Deze melding wordt door de eigenrisicodrager niet eerder gedaan dan de melding bedoeld in het eerste lid.
    3
  • Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen legt een bestuurlijke boete op van ten hoogste € 455 indien de eigenrisicodrager de verplichting, bedoeld in het eerste of tweede lid, niet of niet behoorlijk is nagekomen. De artikelen 45a, achtste tot en met elfde lid, en 45g, vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.