Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt:
- a.onder loon verstaan: al hetgeen de werkgever in verband met de dienstbetrekking aan de werknemer rechtens verschuldigd is met uitzondering van vakantiegeld en vakantiebijslag;
- b.onder vakantiegeld en vakantiebijslag ook verstaan: vakantiebonnen, vakantiezegels en andere dergelijke waardepapieren; en
- c.onder werknemer ook verstaan: de persoon die uitsluitend omdat hij de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt of ouder is niet als werknemer wordt beschouwd.