- 1
- Indien het recht op uitkering is geëindigd en vervolgens een nieuw recht op uitkering is ontstaan, zonder dat aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 42, tweede lid, onderdeel a of b, wordt voldaan, dan wordt de duur van dat nieuwe recht verlengd met:
-
- a.de resterende duur van het beëindigde recht, indien de werknemer over ten minste drie maanden een uitkering heeft ontvangen op grond van dat beëindigde recht;
- b.de duur van het beëindigde recht waarop drie maanden in mindering worden gebracht, indien de werknemer over minder dan drie maanden een uitkering heeft ontvangen op grond van dat beëindigde recht.
- 2
- Het eerste lid vindt geen toepassing voorzover het eerdere recht was geëindigd op grond van artikel 20, eerste lid, onderdeel a of c, en op grond van artikel 21 niet voor herleving in aanmerking zou zijn gekomen wegens het overschrijden van de in laatstgenoemd artikel bedoelde termijnen.