Responsive image

Artikel 3.5

Download de app voor meer functionaliteit.

Artikel 3.5

    1
  • De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk vastgesteld door het CAK nadat de gegevens, bedoeld in artikel 3.3, vierde lid, onderdelen a of b, voor zover het inkomensgegevens of een kennisgeving betreft met de dag dat een bij verordening aangewezen algemene voorziening, bedoeld in artikel 2.1.4, derde lid, of een maatwerkvoorziening is verstrekt of een persoonsgebonden budget is verleend, door het CAK zijn ontvangen.
    2
  • De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, derde lid, wordt zo spoedig mogelijk vastgesteld nadat de gegevens, bedoeld in artikel 3.3, vierde lid, onderdelen a en b, voor zover het de inkomensgegevens en een kennisgeving met de dag dat een maatwerkvoorziening is verstrekt of een persoonsgebonden budget is verleend betreft, door het CAK zijn ontvangen.
    3
  • De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, vierde lid, wordt zo spoedig mogelijk vastgesteld nadat de gegevens, bedoeld in artikel 3.3, vierde lid, onderdelen a en b, voor zover het de inkomensgegevens en een kennisgeving met de dag dat een maatwerkvoorziening is verstrekt of een persoonsgebonden budget is verleend betreft, door de instantie, bedoeld in artikel 2.1.4b, tweede lid, van de wet, zijn ontvangen.
    4
  • De bijdrage, bedoeld in het eerste lid, is verschuldigd met ingang van de maand na het ingangstijdstip dat het CAK van het college bij kennisgeving heeft ontvangen of, indien dat tijdstip op de eerste dag van de maand valt, met ingang van de maand waarin het ingangstijdstip valt dat het CAK van het college bij kennisgeving heeft ontvangen, doch ten hoogste over de 12 maanden die voorafgaan aan de maand waarin het besluit, waarmee de bijdrage is vastgesteld, aan de cliënt is verzonden.
    5
  • De bijdrage, bedoeld in het tweede lid, is verschuldigd met ingang van de maand waarin de maatwerkvoorziening is verstrekt of waarin het persoonsgebonden budget is verleend doch ten hoogste over de 12 maanden die voorafgaan aan de maand waarin het besluit, waarmee de bijdrage is vastgesteld, aan de cliënt is verzonden.
    6
  • De bijdrage, bedoeld in het derde lid, is verschuldigd met ingang van de maand dat de instantie, bedoeld in artikel 2.1.4b, tweede lid, van de wet van het college heeft ontvangen waarin de maatwerkvoorziening is verstrekt of waarin het persoonsgebonden budget is verleend doch ten hoogste over de 12 maanden die voorafgaan aan de maand waarin het besluit, waarmee de bijdrage is vastgesteld, aan de cliënt is verzonden.
    7
  • Uit eigen beweging door het CAK of op aanvraag van de cliënt kan, in afwijking van het vierde en vijfde lid, de termijn waarover de bijdrage is verschuldigd worden ingekort tot maximaal een maand of worden besloten dat de bijdrage niet verschuldigd is, indien het CAK van oordeel is dat het verzuim om de bijdrage op te leggen:
    • a.het gevolg is van een ernstige tekortkoming of vertraging in de gegevensuitwisseling of verwerking daarvan die noodzakelijk is voor het vaststellen van de bijdrage;
    • b.de tekortkoming of vertraging, bedoeld onder a, niet aan de cliënt te wijten is; en
    • c.zich bijzondere of verzwarende omstandigheden voordoen voor de cliënt.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.